II.
De naam Carpineto wekt de herinnering aan de plek, waar, drie en negentig jaren geleden, de H. Vader geboren werd.
Het is een oud bergstadje tusschen Rome en Napels, in de nabijheid van Velletri. De hooge ligging van Carpineto en de moeilijkheid om het uit de vallei van Latium te bereiken, zijn oorzaak, dat het door slechts weinige reizigers bezocht wordt. De spoorweg, die langs de oostelijke zijde der Volscische bergketen loopt, laat den hoogen bergtop met zijn weinige stadjes en gehuchten veraf liggen.
het inwendige der st.-pieterskerk met het hoofdaltaar.
Omstreeks een mijl van het hoogste punt ligt tegen de glooiende groene vlakte, tusschen twee hooge hellingen, het landhuis der Pecci's te midden van rijzige kastanjeboomen. Deze ligging deed den H. Vader eens schertsend spreken van een adelaarsnest, hoog boven den grond geplaatst, tusschen twee reusachtige rotsen.
De middeleeuwsche straten slingeren zich schilderachtig over den oneffen grond, en het duurt lang eer men voor een massief vijftiendeeeuwsch gebouw aankomt, waar den 2den Maart 1810 Joachim Vincent Pecci het levenslicht aanschouwde.
Het geslacht der Pecci's stamde uit Siëna, en in de kathedraal dier plaats wijst men nog de grafmonumenten aan van sommige leden dier oudadellijke familie. Onder Paus Clemens VII kwam een tak der Pecci's in de Kerkelijke Staten en vestigde zich te Carpineto. Onder deze Pecci's hebben verscheidenen zich in wereldlijk en geestelijk ambt een groot en naam verworven, maar de luister van die namen werd dof gestraald door den glans, die van het Lumen in Coelo uitging.
De vader van Leo XIII was graaf Domenico Lodovico Pecci, kolonel in dienst van Napoleon I en door de Fransche regeering tot burgemeester van Carpineto benoemd. Zijn moeder was Anna Prosperi Buzi, de dochter van een adellijk geslacht uit Cora, een oude stad der Volscen. Daar Carpineto tot het diocees Anagni behoorde, welks bisschop, Mgr. Joachim Fori, een warm vriend der familie Pecci was, werd de prelaat uitgenoodigd, het knaapje te doopen, dat naar den bisschop den naam Joachim ontving, en dien van Vincentius op bijzonder verzoek der gravin, die een groote devotie had voor den grooten Dominicaan, den H. Vincentius Ferrieri. De gravin noemde hem altijd Vincent, maar toen de goede moeder hem in 1824 ontnomen was, en vooral sedert 1830 nam hij en behield uitsluitend den naam van Joachim.
Het oude huis der Pecci's te Carpineto bewaart nog de herinnering aan de ouders des Pausen door de portretten van den graaf en van de gravin, in de groote zaal van het paleis opgehangen.
Maar ook aan den H. Vader zelf bezit diens geboortehuis een kostbaar aandenken in den eersten brief, door Z.H. als Paus aan zijne broeders gericht. Dit schrijven, in een omlijsting achter glas bewaard, is van den volgenden inhoud: