[Nummer 9]
Na vijftig jaren. [Vervolg van nummer 8, p. 64.]
Daardoor behoeft het onderwijs volstrekt niet te lijden, integendeel. Nooit mag de school onttrokken zijn aan het kerkelijk gezag. Vandaar het onvermoeid streven van het Episcopaat tot voortdurende verheffing van het onderwijs. Een wanklank in zulk een harmonisch samenwerken is de taal van den ondankbare, die het onderwijs afkeurt, omdat het katholiek is of omdat het niet op de hoogte van onzen tijd zou wezen. - Onze bijzondere scholen maken het zich waarlijk niet gemakkelijker dan de openbare; dat geeft iedereen toe, die er een weinigje van op de hoogte is, ook de mannen van het officiëele staatstoezicht erkenden dit meer dan eens in vleiende bewoordingen.
Met grooten lof moeten hier herdacht worden de Congregatiën, die zich aan het onderwijs hebben gewijd en onvermoeid in een heilige tucht levend zich geheel geven aan de kleinen.
de st. christophorus, kathedrale kerk van het bisdom roermond.
De pers werd op voorbeeld en onder aansporen der Bisschoppen aangewend als een sterke macht in den goeden strijd. Dagen weekbladen, tijdschriften, boekwerken naderen huldigend de Bisschopszetels en verdringen elkander om goedkeuring en aanbeveling der kerkelijke Overheid. Hier namen te noemen schijnt even ondoenlijk als onnoodig: de namen zijn legio en iederen lezer bekend. Vermelding verdient echter, dat in 1894 door de verschillende toenmalige Professoren der H. Schriftuur en eenige andere Zeereerw. deskundigen eene Hollandsche Bijbelvertaling der Heilige Boeken van het Oude Verbond werd begonnen met de kerkelijke goedkeuring. Z.H. Paus Leo XIII zegende hun werk en schreef den moedigen ondernemers: ‘Wij wenschen van harte, dat het begonnen werk in ruime mate aan uwe landgenooten ten goede moge komen.’ Volgens belofte nadert het groote werk zijne voltooiing.
mgr. j.a. paredis.
Met de pers dankt de christelijke kunst waardeering, invloed en ontwikkeling naast God aan Zijne Apostolische dienaren. Hoeveel eenvoudige en rijke kerken zijn monumenten van kunstminnend geloof en sprekende bewijzen van innige en oprechte godsvrucht? Op meerdere plaatsen besteedde de kunst al haar talenten om de woning van den Herder onder duizenden te kenmerken.
In den hoogen hemel zal de H. Paus Gregorius de Groote met instemming en welgevallen naar de zuiver-kerkelijke tonen van zijn Gregoriaanschen Zang in zoovele tempels, kerkjes en kapellen luisteren.
Het jaar 1876 bracht aan Nederland de eerste aflevering van het St. Gregoriusblad, onder redactie van Mgr. M.J.A. Lans, president van het Groot Seminarie te Warmond.
Wetenschappen en letteren vonden gedurende de laatste vijftig jaar waardige beoefenaars, die door een openbaar of vertrouwelijk woord van hunnen Bisschop werden gesterkt om in den moeielijken tijd en strijd de katholieke beginselen hoog te houden. Te jong ontviel in 1860 den voorsten rijen onzer hedendaagsche schrijvers de Warmondsche hoogleeraar Corn. Broere. Hetzelfde geldt van den gevierden Amsterdamschen hoogleeraar in de Aesthetica Jos. Alb. Alberdingk Thijm (1820-1889). Nog zeer onlangs ontviel aan ons Vaderland, aan ons Roomsch Volk, aan onze Kerk de bezielde en bezielende dichter-politicus Mgr. Dr. H.J.A.M. Schaepman. Van de levende hooghouders van wetenschap, letteren en kunst zij het ons geoorloofd te zwijgen.
Als laatste lofredenaars op den gezegen-