De jacht op zeehonden. -
De zeehond of rob met zijn ronden, gladden kop, cilindervormig lijf en zeer korten staart, is geen bijzonder fraai dier. Maar zijn vel is zeer gezocht, en daarom wordt er ijverig jacht op hem gemaakt.
Reeds in 1799 werd er een Russisch-Amerikaansche maatschappij opgericht, die de robbenvangst ten doel had en het monopolie dezer jacht bezat tot 1868, toen Alaska door de Vereenigde Staten van Rusland werd gekocht.
De robbenvangers, tuk op winst, legden bij hun jacht zooveel ijver aan den dag, dat deze diersoort met uitsterven bedreigd werd, weshalve maatregelen werden genomen, om aan de onverstandige vangst, die zelfs de jonge dieren niet ontzag, paal en perk te stellen.
Leven de robben in groote troepen in alle zeeën van den aardbol, het veelvuldigst komen zij in de Noordelijke IJszee, bij de Behringstraat en Kamtjatka, voor, daar zij aan de koude streken boven de gematigde en warme de voorkeur geven.
De groote afbeelding op onze plaat vertoont een troep gevangen robben, die door de robbenvangers landwaarts worden gedreven. Dit is een heele karwei, want op het land beweegt de zeehond zich zeer moeilijk, terwijl bovendien alleen vrees voor de lange, zware stokken der drijvers de dieren tot voortgaan kan nopen.
De kleinere afbeelding in den rechterbovenhoek geeft een verzameling gezouten robbenvellen te zien, die voor verscheping gereed zijn; terwijl ten slotte de afbeelding in den linkerbenedenhoek het rotsige Copper-eiland in de Behringzee voorstelt, waar de zeehonden zich volkomen in hun element gevoelen.