aan een tafel zit - machtig te worden.
De zilveren Jubilaris van 29 Januari jl. moge het ons ten goede houden, dat we het niet waagden te wachten, tot hij ons zélf zijn buste zond, met het ridderkruis op de borst, en gebruik maakten van ons ten dienste staande technische middelen om het bovengenoemde amateur-kiekje te doen bijwerken tot de hier gereproduceerde sprekend-gelijkende beeltenis.
Hij moge bedenken, dat het de plicht is van een redactie als de onze het honor cui honor allereerst in practijk te brengen jegens mannen, met een voor Kerk en Staat zóó heilrijk leven als dat van den Gemertschen Rector. Meer dan 140 oudleerlingen, die nu tot de seculiere of reguliere geestelijkheid behooren, en het goede zaad, door hun wijzen en talentvollen Meester uitgestrooid in hun hoofden en harten, nu doen gedijen tot glorie van Gods Naam, niet enkel in Nederland, maar ook in Oost en West, in Amerika, Afrika en Australië, - zij stemmen ons bij met een hartelijk ‘Bravo!’, waar we dit schrijven.
rector l.j. klaassen.
Rector Klaassen werd geboren te Grave den 15den Mei 1845, werd leerling van ‘Ruwenberg’ om later over te gaan naar Tilburg, waar hij in het Moederhuis der Eerw. Fraters zijne humaniora doorliep. In 1862 begon hij de Wijsbegeerte in het Seminarie te Haaren, doch moest reeds spoedig zijn studiën voor een paar jaar onderbreken wegens een ziekte, die hem den dood nabij bracht. Dientengevolge werd hij eerst in 1870 priester gewijd. Na een korte assistentie te Middelbeers en te Oploo, zag hij zich benoemd tot kapelaan te Boekel, alwaar hij den 8sten Januari 1878 van den Minister van Binnenlandsche Zaken zijn aanstelling ontving als conrector aan het gymnasium te Gemert. Den 6den September 1880 werd hij rector. In die waardigheid leidde hij in 1887 de viering van het 300-jarig bestaan der school en bouwde hij in 1891 het nieuwe gymnasium. Moge de even beminnelijke als eerbiedwaardige Rector nog lange jaren zijn weldadigen arbeid vrucht zien dragen en ook in het nieuw gebouw den roem der aloude School gestadig zien wassen!
C.R. de Klerk.