De moord op hertog Jan zonder Vrees.
Het was in het begin der vijftiende eeuw een treurige tijd voor Frankrijk. In naam voerde een waanzinnige koning, Karel VI, het bewind, terwijl zijn ooms, de hertogen van Bourgondië en Berry, en zijn jongere broeder, de hertog van Orleans, elkaar het regentschap betwistten. Bourgondië en Orleans waren de twee machtigste tegenstanders: de eerste vond steun bij de burgerij, de laatste bij den Franschen adel. En bij de binnenlandsche twisten kwam nog de oorlog met Engeland, die, hoewel jaren slap gevoerd, toch de verwarring en de ellende nog vergrootte.
Toen in 1404 de hertog van Bourgondië, Philips de Stoute, overleed, nam de vijandschap geen einde, want Philips' zoon, Jan zonder Vrees, trad in het voetspoor zijns vaders, plaatste zich aan het hoofd der burgerij en zette de oude veete met den hertog van Orleans voort.
In 1407 kwam er door bemiddeling der koninklijke prinsen een schijnbare verzoening tot stand. Hiervan maakte de hertog van Bourgondië gebruik om zijn mededinger door sluipmoordenaars om het leven te laten brengen.
Deze moord verwekte nieuwe verbittering en nieuwen strijd. De aanhangers van het Huis Orleans vonden een vermetel aanvoerder in den graaf van Armagnac. De adel hield grootendeels de zijde der Armagnacs; de steden, met Parijs aan het hoofd, waren op de hand van hertog Jan.
De graaf van Armagnac werd tot connétable van Frankrijk benoemd, en met hem verbond zich Karel, de jongste zoon des konings, die na den dood van zijn vier oudere broeders dauphijn was geworden.
Middelerwijl hadden de Engelschen met meer nadruk den oorlog hervat en brachten in 1415 bij Azincourt het Fransche leger een geduchte nederlaag toe, haast even bloedig als die bij Crécy en Poitiers.
Na deze nederlaag brak met verdubbelde hevigheid de burgeroorlog weer uit. De connétable maakte zich door zijn willekeurige handelingen bij het volk zoo gehaat, dat de hertog van Bourgondië de kans schoon achtte om hem het bewind te onttrekken. In 1418 nam hij Parijs in. De aanhangers van Armagnac werden in de gevangenis geworpen en door de verbitterde bevolking bij honderden vermoord. De graaf van Armagnac zelf viel als een slachtoffer der volkswoede, terwijl de dauphijn zelf door den prévôt van Parijs, Tanneguy du Chastel, eerst in de Bastille, daarna te Melun in veiligheid werd gebracht. Slechts met veel moeite gelukte het Jan zonder Vrees, aan den moordlust van het gepeupel paal en perk te stellen.
Intusschen had de koning van Engeland, onder begunstiging van de binnenlandsche verdeeldheid, den oorlog voortgezet en in het voorjaar van 1419 bijna geheel Normandië veroverd. Met het oog hierop was hertog Jan bereid, zich met den dauphijn, die thans als het hoofd der Armagnacs of koningspartij gold, te verzoenen. Er zou een samenkomst tusschen beiden plaats hebben, en wel te Montereau op de Yonnebrug, die de stad met den burcht verbond. De brug werd door twee sterke staketsels aan beide zijden afgezet, nadat het slot aan den hertog was overgegeven. Van verschillende zijden naderden de dauphijn en de hertog, ieder door tien ridders vergezeld, de brug. Zoo groot was de we-