De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 19

[p. 366]

Goede vrienden.

Een week of vijf geleden nog

Was heel onze eikenlaan

Als met een blaadrenhuif bedekt.

En wie er in wou gaan

Om 't moe-gewerkte studiehoofd

Te dragen in de lucht,

Vond er het vooglenvolk gebekt,

Gevederd; sprong en klucht

En zang zoo schulde- en argeloos

Verschafte het, dat al

't Gesuis van fellen boekentwist

Bedaarde door 't geschal

En 't leven van dien speelschen troep.

Waar zijt gij heengegaan,

Mijn goede vrienden? zoo ik 't wist,

Een reisje dorst ik aan

Van enkle dagen om te zien,

Hoe gij 't daar ginder stelt.

De blaadrenhuif is afgescheurd

En ligt verspreid op 't veld.

St. Charles.
Dr. A. Smoor.