De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 19(1902)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Allerzielen-maand. Langs slapende akkers ga 'k alleen. Slechts hier en daar wat winterrog Steekt maagre, spiezige armpjes op. Ik weet in waarheid niet, waarheen 'k De onzeekre schreden richte; doch 'k Gevoel mij ongerust. De top Van iedren beukeboom - hoe kaal Van takken! - draagt een grauwe kap Van mist. 't Is alles stervend, dood. En door de luchten somber-vaal Verneemt mijn oor bij elken stap, Dien 'k zet, 't geklaag van eene in nood, Als een diep-uitgehaalden zucht. Is 't vallend blad? Een Wees-gegroet Bid 'k aan den rozenkrans; want 'k denk, Misschien is 't wel het noodgerucht Van eene ziel, die boete doet In 't vuur. God haar verkwikking schenk'! St. Charles. Dr. A. Smoor. Vorige Volgende