Bij de Platen.
Generaal de Wet. -
Het groote, fraaie portret op blz. 300 in dit nummer heeft eigenlijk geen onderschrift noodig. Ieder herkent op het eerste gezicht dien kop, waar alles van kracht en vastberadenheid en durf spreekt, als dien van den meest populairen en meest sympathieken Boeren-generaal.
Groot mogen generaal Botha's verdiensten zijn als strateeg, zoo schitterend bij Colenso gebleken: roemruchtig generaal de la Rey's wapenfeiten, met, als bekroning, den gelukkigen coup de main te Tweebosch, welke een Engelschen lord en luitenant-generaal tot zijn gevangene maakte; - voor het volk is de Wet de grootste, de Boeren-generaal.
Dat kan geen verwondering wekken: twee jaren lang sprak de faam van zijn koene daden en stoute verrassingen, zijn vermetele overvallen en haast wonderbare ontsnappingen. De Wet hield voortdurend niet enkel de Engelsche soldaten, maar heel de wereld en haleine. Wat de stoutste phantasie kon droomen, volbracht hij, niet één keer, maar tien, twintig keeren.
Van Richard Leeuwenhart wordt verhaald, dat hij door de Saracenen zóó gevreesd was, dat nog honderd jaar later de Turksche vrouwen haar kinderen, wanneer die ondeugend waren, stil kregen met de waarschuwing: ‘Pas op, koning Richard komt!’
Wie weet, of ook niet nog over een eeuw de vrouwen der Kaffers en Zoeloe's haar stoute kinderen tot rede zullen brengen door ze met generaal de Wet te dreigen!
In het verleden heeft de kreet: ‘de Wet komt!’ de Engelsche soldaten meer dan eenmaal met een panischen schrik geslagen.
Dat verleden moge voorbij zijn, de Wet's daden blijven en de geschiedenis zal ze met bewondering en eerbied bewaren voor het nageslacht.