De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 19

[p. 265]

[Nummer 34]

Het gouden feest
Van
Huize Ruwenberg.

Er werd dezer dagen in het Noordbrabantsche dorp St.-Michiels-Gestel een luisterrijk feest gevierd, dat hoegenaamd niets gemeen had met het praalvertoon, waarvan om de vijf jaren onze academiesteden getuigen zijn, als de studenten op buitengewone wijze den geboortedatum hunner hoogeschool herdenken.

Toch gold het ook hier een dies natalis van een alma mater, maar een gouden geboortefeest van een waarlijk ‘weldoende moeder’ voor de katholieke jeugd, het gold tien lustra levens van het instituut Ruwenberg, een jubilé alzoo, voor al wat Roomsch is in het vaderland ruim tienmaal zoo belangrijk als een lustrum van een universiteit.

ruwenberg in het jaar der oprichting 1852. *)

Het was het gouden feest van een inrichting, welker gulden historie te schrijven zijn zou... zonder woorden, te weten alléén met cijfers en namen, - cijfers, zóó welsprekend, en namen, zóó veelzeggend en welklinkend, dat zij te zamen als een glorieus gedenkboek zijn en een rijk hoofdstuk vormen in de geschiedenis van het Nederlandsche katholieke leven, dat in de laatste halve eeuw onder de herstelde bisschoppelijke hiërarchie een ongekenden bloei ontwikkelde.

*_**

Van de 4050 oud-Ruwenbergers zijn er 225 priester geworden, van wie er 45 op dit oogenblik in alle deelen der wereld als missionarissen het Christendom prediken. Twee oud-leerlingen, de paters Jaspers en Van Acht, werden door God de martelkroon waardig bevonden: zij stierven voor het Geloof bij de jongste vervolging in China. Behalve de vele broeders, die in verschillende congregatiën traden, leverde Ruwenberg bovendien 150 reguliere geestelijken.

Mgr. Janssens, aartsbisschop van New-Orleans, was een oud-Ruwenberger. Mgr. Verstraaten, abt der Trappisten te Achel, de hoogeerw. heeren Pompe, vicaris-generaal van het Bossche diocees, Panken, regent van het klein-seminarie te St. Michiels-Gestel, Brouwers, deken en plebaan van St. Jan, Bosman, deken en plebaan van St. Bavo te Haarlem, Dobbelmann, deken en pastoor te Arnhem, de beide professoren van het groot-seminarie te Haaren, Dr. Leblanc en Dr. Van Heck zijn oud-Ruwenbergers, om maar enkele geestelijken te noemen.

ruwenberg in vogelzicht.

Leeken, die hun eerste opleiding ontvingen in het nu jubileerend instituut, treft men als eminente katholieke mannen aan in alle waardigheden, ambten, rangen en betrekkingen van het maatschappelijke en staatkundige leven, o.a. als leden van provinciale of gedeputeerde Staten, als burgemeesters, als leden der Eerste en Tweede Kamer, één als consul van België, één zelfs als minister, Z. Exc. Mr. Loeff.

Ziedaar een greep uit de cijfers en een handvol namen, genoemd of aangeduid. Wel een zeer beknopt stukje geschiedenis, doch waar wij het heden bij mogen laten, wijl een der eerw. Fraters van Ruwenberg, met name fr. Amatus, in ons volgend nummer een historisch overzicht van het gouden verleden geven wil.

RUWENBERG IN HET JUBELJAAR 1902. *)
Met welwillende toestemming overgenomen uit het artistiek gestileerd en rijk uitgevoerd feestprogram van den drukker-uitgever Henri Berger, te 's-Hertogenbosch.

Dit weinige zal trouwens, naar we ons vleien, meer dan volstaan ter verklaring, waarom wij meen-

[p. 266]

den, al onzen lezers zonder uitzondering genoegen te doen met de Belgische Illustratie in woord en beeld te laten medevieren dit voor heel Neerlandia Catholica zoo heuglijk en beteekenisvol jubilé.

*_**

Hier volge een korte toelichting van de feestkiekjes, die door het onderschrift niet voldoende verklaard zijn. Uit de bladen weet de lezer reeds, dat bij de Pontificale H. Mis, door Z.D.H. Mgr. W. v.d. Ven opgedragen aan het fraaie nieuwe altaar, feestgeschenk der oud-Ruwenbergers, vijfhonderd dezer uit alle provinciën van Nederland aanwezig waren. Een onzer foto's geeft de volle, zonnige en kleurig-versierde kapel onder de H. Mis. Een andere werpt een blik in de feestzaal, terwijl een der heeren van het sub-comité aan het woord is. Iets naders over

de personengroepen.

a.   De groep van drie: het bestuur van Hui ze Ruwenberg. In het midden de H.E. pater F. Drabbe, superior-generaal der Fraters van O.L. Vrouw Moeder van Barmhartigheid, rechts de Z.E. pater E. Boumans, rector van het gesticht, links de eerw. frater Bonaventura, frater-directeur.

b.   De groep van tien: de tien oudste der aanwezige oud-leerlingen.

De geestelijken: in het midden de H.E. heer J.L.H. Dobbelmann, kan. deken en past. te Arnhem, rechts de Z.E. heeren J.F. v. Oort, past. te Dennenburg en H. Verberne, past. te Besoyen, links de ZE. heeren pater P.H.C. van Bergen, Redemptorist te 's-Bosch (feestredenaar) en H. van der Klokken, past. te Ewijk.

De leeken zijn de heeren: J.G.B. Kersten, notaris te St.-Michiels-Gestel, Leo Swagemakers, fabrikant te Tilburg, J. Bern. Timmermans, bankier te Waalwijk, dr. G.J.G. Schouten te Vucht, dr. H. Fr. J. Immens te St.-Michiels-Gestel.

c.   De groep van Bosschenaars.

Een treffende en karakteristieke groep, die vele (nog niet eens alle) Bossche oud-Ruwenbergers, bezield door één piëteit en blakend van één geestdrift voor de alma mater van hun gelukkige jeugd. Een groep, die verdiende gebeeldhouwd en het Gesticht aangeboden te worden als een symbool en blijvend bewijs van al wat Ruwenberg eerwaardigs en edels gekweekt heeft. Priesters en leeken, geschaard rondom de beminnelijke verschijning van den hoogeerw. heer H.A. Brouwers, deken en plebaan van St. Jan en om zijn mede-leden van het sub-comité: den hoogedelgestr. heer J.A.H. van Rijckevorsel, consul van België en den hoogwelgeb. heer Jhr. P.J.J.S.M. van der Does de Willebois, lid van de Eerste Kamer der S.-G. en burgemeester van 's-Bosch, aan zijn rechter- en linkerzijde.

Laat ons na deze toelichting mogen eindigen met een: Leve Ruwenberg, leven de Fraters en... leve ons goede, kleine Land, waar men - hoe anders in Frankrijk! - zúlke feesten viert in een kloosterschool, en zóó frank, zóó vrij, zóó blij!

C.R. de Klerk.