De ledige plaats.
Naar de schilderij van David Bles.
Bij de beschrijving van Bisschop's Huwelijksaanzoek noemden we dezen een schilder, behoorend tot een voorbijgegane periode; hetzelfde kan gezegd worden van den in 1821 geboren en voor weinig jaren overleden David Bles, wiens hierbij gereproduceerde schilderij De ledige plaats tot zijn beste werken gerekend wordt.
Eigenlijk staat Bles met stijl en voorstellingen nog in de achttiende eeuw, den tijd, waarin van Lennep's Ferdinand Hnyck voorvalt, voor welken roman hij dan ook de aangewezen illustrator was.
Een geboren verluchter was deze vernuftige teekenaar; bóvenal ging bij hem het verhaal; dit te vertellen met de tranenrijke gevoeligheid of den goedlachschen humor, waartoe het onderwerp aanleiding gaf, was zijn voornaamste streven. Maar dit verstond hij dan ook als weinigen, dank zij de bekwaamheid, waarmee hij de teekenpen hanteerde, zijn zin voor compositie en on uitputtelijke vindingrijkheid, zich uitend in een lange reeks van meestal humoristisch getinte tafereelen.
Onder de schilders zijner generatie was er zeker geen, wiens doeken een zoo krachtig-daadwerkelijke verdediging waren van de verouderde stelling, dat ook in de schilderkunst het literair bestanddeel aanwezig moet zijn en zelfs als hoofdzaak dient te worden aangemerkt, als die van David Bles; nimmer is hij, in zijn lange leven, van dit kunstprinciep afgeweken, maar heeft in de kracht dezer overtuiging, gesteund door naarstiglijk vervolmaakte techniek, werk voortgebracht, dat behoort tot het smaakvolste en pittigste, wat in het genre valt aan te wijzen.
De ledige plaats is een zijner zeldzame ernstige of liever matig sentimenteele familietafereelen, geschilderd omstreeks 1870 en ontleend aan eind-achttiend'eeuwsch leven.
Aan de tot het middagmaal gedekte tafel zit de heer des huizes, in de officiersuniform dier dagen, met rouwband om den arm; tegenover hem zijn zoon, eveneens in militaire dracht, beiden in smartelijke overpeinzingen, gewekt door de ledig gebleven plaats der pas overleden huismoeder. Links en rechts van den fauteuil met fluweelen kussen liggen de beide viervoetige huisgenooten rustig te wachten op de lekkere beetjes, waarmee de vrouw gewoon was ze gedurende den maaltijd te bedenken. De blondlokkige dochter, ziende vaders stomme smart, is opgestaan en heeft troostend haar blank handje op zijn rechter gelegd, terwijl ze hem een kus op het voorhoofd drukt. Den jongen man is blijkbaar de ontroering te machtig geworden; hij is in tranen uitgebarsten; aan de deur is de oude gedienstige blijven dralen, deelend in het leed harer meesters.
Het interieur is dat eener deftige burgerwoning; aan den muur hangen de portretten van den heer des huizes en zijn gemalin, daaronder staat een kastje met een pendule er op, boven de deur is een decoratieve schildering, een zoogenaamd ‘grauwtje’: met verf nagebootst beeldhouwwerk; op een lezenaar ligt de H. Schrift, waaruit de dochter gewoon is aan den maaltijd een kapittel te lezen.
Droefheid en meegevoel zijn duidelijk in de gelaatstrekken weergegeven en al de bijkomstige kleinigheden, als tafelgerei, enz. zijn met de nauwgezette zorgvuldigheid behandeld, die David Bles' werken maakt tot een kostelijk bezit voor den liefhebber zijner precieuze kunst.
M.V.