Afgeloerd. -
Als we ons niet vergissen, is de oude man, die met zijn pijp in den mond, den bril op den neus en de sluike haren, welke onder zijn muts te voorschijn komen, den indruk maakt van een allerbesten, gemoedelijken grijsaard, aan een Kerstboom bezig.
Hij heeft er geen vermoeden van, dat een paar nieuwsgierige kleinkinderen staan af te loeren wat grootvader uitvoert. Wat poes betreft, indien hij haar al - hetgeen niet zeker is, zoo is hij in zijn werk verdiept - heeft opgemerkt, hij weet wel, dat die het niet verklappen zal.
De kleuters mogen wel oppassen, dat ze zich niet door een woord of gebaar verraden, want als grootvader ze op spionnage betrapt, zal hij, hoe goed hij ook is, geducht uitpakken. Daarom verwachten we, dat het tweetal zich wel spoedig zal terugtrekken en grootvader verder onbespied aan zijn werk zal laten.