De nieuwe schort. -
Er is kermis of jaarmarkt in het dorp. Een feestelijk gekleede en gestemde menigte is op de been, drentelt behaaglijk rond en geeft oogen en ooren den kost.
Deze inspanning, gevoegd bij de warmte, verwekt dorst, en nu is er op eenigen afstand een echt landelijke gelegenheid om de dorstigen te laven. Een groot vat bier ligt op een kar, en daar kan menig glas en pint uit getapt worden, voordat het leeg is.
Maar bij deze bier- is ook een zitgelegenheid, en daarvan hebben een tweetal dames van het kleine gezelschap op den voorgrond geprofiteerd, terwijl de derde sans gêne op het gras is gaan zitten. Manlief staat overeind, de armen over de borst gekruist en een pijpje in den mond.
Het voorwerp van aller bewondering is het kleine meisje, voor wie men aan een der kramen een nieuwe schort heeft gekocht, die thans wordt aangepast.
Het heele gezelschap heeft er schik in, en de kleine meid is met het nieuwe kleedingstuk zóó gelukkig, als een niet verwend kind op dien leeftijd maar zijn kan. Het is een aardig figuurtje in haar typische kleederdracht, - een verkleinde kopie van die harer moeder en tantes - en heel het tafereeltje heeft iets prettigs en gezelligs, zoo iets van goedronde vroolijkheid en gemakkelijk vergenoegd zijn, precies het tegenovergestelde van de geblaseerdheid, welke in onze dagen onder de hoogere kringen maar al te veel wordt aangetroffen.