[Nummer 21]
O Godlijk Hart!
O Godlijk Hart, ópgaand in zonnepracht
Over de wereld, uwer smarten kind,
Ten einde toe zoo éindeloos bemind; -
Maar zij uw Liefde wreed vergeet, veracht,
En smacht naar ijdelheden, droef verblind...
Och, 't leven is één lange lijdensnacht,
Och, 't leven is één bange zieleklacht
Om dwaas geluk, verstoven op den wind!
O Godlijk Hart, vol goedertierenheid,
Tot wien de smart der arme wereld schreit,
Laat schitteren uw zoete majesteit
Door dichten nevel heen van zonde en waan.
Laat ons in volle, gouden lichtzee staan
Van uwe Liefde, en - minnend ondergaan!
gezicht op het eiland st. vincent, geteisterd door de uitbarsting van den soufrière.
le carbet nabij st. pierre, eveneens door de uitbarsting van den mont pelée getroffen.