Pater Hartmann von An der Lahn-Hochbrunn.
Pater Hartmann, uit een oud Tiroler adelgeslacht gesproten, deelt op dit oogenblik met zijn priesterlijken kunstbroeder Perosi een Europeesche vermaardheid.
Nog geen veertig jaar oud, - hij werd geboren in 1864 te Salurn - heeft hij aan de wereld bewezen, dat de Muze der scheppende zangkunst, wel ver van zich te geneeren voor de monnikspij van een Franciscaan, de kruin van een minderbroeder even gaarne met lauweren gekranst ziet als van welken mondainen artiest ook.
Na zijn eerste verblijf te Rome in het klooster Aracoeli, genoot hij de leiding van den beroemden organist P. Singer in Salzburg, begaf zich in 1887 naar Lienz in Tirol, als orgelkunstenaar, en later, als koordirigent, naar Reutte, tot hij in 1893 naar Jerusalem vertrok, waar hij twee jaren, als priester der kerk van het H. Graf, de kunst onderwees. Zeven jaar geleden vestigde hij zich voorgoed te Rome om zich onverdeeld met hart en ziel aan de compositie te wijden. Daar werd o.a. het Oratorium St. Franciscus door hem getoondicht, een schepping, die den H. Stichter en Vader zijner orde verheerlijken zou op zóó glorievolle wijze, dat keizer Frans Joseph met 't volste recht het zich tot een eer rekende, dat de monnik aan hem zijn arbeid had opgedragen.
Onder leiding van den componist zelven werd het Oratorium te St. Petersburg in April 1901 driemaal uitgevoerd en, evenals te Weenen, met den geestdriftigsten bijval van Hof, kunstcritiek en publiek vereerd.