De brand te Chicago. -
In October van het vorig jaar was het dertig jaar geleden, dat Chicago, een der grootste en bloeiendste steden der Vereenigde Staten, geteisterd werd door een ontzettenden brand.
In 1871 besloeg Chicago, dat in 1833 nog maar 150 houten huizen en een zeer kleine blanke bevolking bezat, reeds een oppervlakte van 92 vierkante kilometer en telde meer dan 300.000 inwoners.
Daar brak na een langdurige droogte in den avond van den 7n October 1871 in een korenpakhuis een brand uit, die spoedig ontzettende afmetingen had aangenomen. In de houten huizen en de ontzaglijke voorraden hout en graan vond het vernielend element rijkelijk voedsel, en binnen weinige uren waren duizenden menschen dakloos. Ook de talrijke schepen in het kanaal en op het meer werden bijna zonder uitzondering een prooi der vlammen.
In den nacht van den 8n October lag de geheele zuidelijke helft van Chicago in puin; maar den volgenden dag vernielde de brand ook de noordelijke helft der stad, zoodat Chicago feitelijk één reusachtige puinhoop was. Een blik op de vuurzee op den eersten dag der ramp vergunt onze afbeelding op blz. 405.
Bijna 20.000 huizen, waaronder 41 kerken en 32 hotels, werden verwoest; nagenoeg 100.000 personen waren zonder dak, 200 kwamen in de vlammen om, en de geheele schade aan huizen, koopwaren enz. bedroeg 190 millioen dollar.
Maar nog was de asch der puinen niet koud, of men begon de stad weer op te bouwen, en reeds na weinige jaren verrees zij prachtiger en grootscher dan te voren. Als bouwmateriaal dienden, in plaats van het vroeger meestal gebezigde hout, ijzer, staal en massieve steensoorten.
Thans is Chicago, waar in 1893 de bekende wereldtentoonstelling werd gehouden, de voornaamste stad van het Westen, en in heel de Unie zijn er maar een paar, die haar in zielental en belangrijkheid van handel en verkeer overtreffen.