In de Romeinsche Campagna. -
In No. 21 van dezen jaargang gaven wij een geïllustreerd artikel over de Trappisten van Tre Fontane (Drie Fonteinen) in de Romeinsche Campagna, en wezen er op, hoe het hun gelukt was den ondankbaren bodem te ontginnen en de gevreesde malaria te verdrijven.
Hun stichting is evenwel niet meer dan een oase in de troostelooze vlakte, die den naam Campagna di Roma draagt, gedeelten omvat van het oude Etrurië, Sabinië en bijna geheel Latium en zich van Ronciglione over de Pontijnsche moerassen tot Terracina uitstrekt en Rome omsluit. Zij wordt aan de landzijde door de hellingen van de Apennijnen begrensd, in het westen door de golven der Tyrrheensche Zee bespoeld, en vormt in het midden een heuvelachtige vlakte, door beken doorsneden, welke in den Tiber en de Anio vallen. De bodem is van vulkanischen oorsprong en de meren zijn kraters van uitgebrande vulkanen. Enkele bergtoppen steken uit deze wijde vlakte van zwaarmoedige schoonheid uit, zooals de Monte Soracte, en in het zuiden de Monte Circeo, het prachtige voorgebergte bij Terracina.
De grootste lengte der Campagna, van Civita Vecchia tot Terracina gerekend, bedraagt 185, de grootste breedte 70 kilometer. De onvoldoende afwatering naar de zee, wier spiegel niet laag genoeg is, heeft de vorming van moerassen ten gevolge, waaruit zich de malaria ontwikkelt en gevaarlijke koortsen ontstaan. Hiermee gaat gepaard gebrek aan flinke ontginning en bebouwing, waardoor alleen deze doodende woestenijen in vruchtbare streken kunnen worden herschapen.
De Campagna, ofschoon reeds door Livius ongezond genoemd, is niet altijd zoo woest en onbevolkt geweest. In de oudheid stonden daar een aantal steden, die bijna spoorlops zijn verdwenen. Hier en daar ziet men nog overblijfselen van bouwwerken en waterleidingen, zooals men ook op de gravure in dit nummer vindt afgebeeld. Zij doen de verlatenheid en troosteloosheid der streek nog meer uitkomen en stemmen tot weemoed door de gedachte aan vergane grootheid, die zij opwekken.