De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 18

Bij de Platen.

In de Mis. -

Al zien wij van de kerk niets can het kleine hoekje, de bank waarop moeder en dochter hebben plaats genomen, toch is dat voldoende, om een stemming van eerbied en ingetogenheid bij ons op te wekken. Wat is die oude vrouw echt met haar ingevallen wangen, dien mageren hals, die oogen getuigend van veel in stilte en met gelatenheid gedragen leed. En hoe echt is ook haar godsvrucht. Eerbiedig houdt ze in heur handen het zware boek met de groote letters, en het schijnt dat haar mond zacht de gebeden prevelt, die ze daarin leest. Overgeving in den wil des Heeren spreekt uit haar heele wezen, dat aan de aarde en al het aardsche onttrokken schijnt en enkel vervuld met de dingen van het hiernamaals.

Nog twee Kamerleden. -

De series der leden van de Tweede Kamer, welke wij in vorige nummers gegeven hebben, moeten wij thans nog met een tweetal portretten aanvullen, die der heeren mr. Schokking en mr. N. de Ridder.

De heer Schokking, christelijk-historisch lid, was den 14en Juni tot lid der Tweede Kamer in het kiesdistrict Harlingen gekozen. Wegens een bij de candidaatstelling gepleegde informaliteit werd de verkiezing vernietigd en moest een nieuwe worden uitgeschreven. Ook bij de nieuwe stemming werd de heer mr. J. Schokking met groote meerderheid gekozen.

De heer De Ridder, anti-revolutionnair lid, is de opvolger in het kiesdistrict Wijk bij Duurstede van jhr. mr. H.M.J. van Asch van Wijck, in Juni jl. herkozen, maar nadien door de Provinciale Staten van Utrecht tot lid der Eerste Kamer gekozen als opvolger van mr. R. Melvil baron van Lijnden, thans minister van Buitenlandsche Zaken.

Behaaglijke rust. -

Poesje heeft zich op haar gemak op de kist uitgestrekt en geniet zichtbaar van de behaaglijke en ongestoorde rust, die haar vergund wordt. Een lief beestje, zal men zoo zeggen. En dat lijkt het ook. Maar wie op de hel lichtende, groenige oogen let, zal toch tegenover poesje de noodige omzichtigheid in acht nemen en oppassen voor de scherpe nagels, onder de fulpen kleeding verborgen.

WIJK BIJ DUURSTEDE.
Mr. N. de Ridder.

Niet op zijn gemak. -

Dit is de stemming, waarin de hond verkeeit, nu de brutale vogel heel parmantig op hem aanstapt en hem in den letterlijken zin au pied du mur zet. Schuw kijkt de hond den ongenooden gast van ter zijde aan, maar te gelijker tijd klemt hij zijn tanden op elkaar en laat een verdacht gebrom hooren. Als de eerste schrik wat voorbij is, is er kans dat hij op eens toebijt, en dan mag de brutale sinjeur, die hem nu zoo vinnig aankijkt, wel maken dat hij wegkomt, wil hij niet een flinken knauw meekrijgen.