Een Friesche boer.
Hij ziet er haast heerachtig uit, de oude Friesche boer, zooals hij daar in zijn Zondagspak rustig en lustig zijn langen Gouwenaar te rooken zit; kalmpjes en zelfbewust als een die, gelijk men wel eens zegt, z'n schaapjes op 't droge heeft. Zeker is, dat ons boertje in goeden doen verkeert, zoo onbezorgd en opgewekt staat zijn nog guitige gezicht, en dat hij nog wakker en terdeeg bij de pinken is ondanks zijn grijze haren, getuigen zijn heldere oogopslag en zijn uitdrukkingsvolle trekken; als hij dan ook aan 't vertellen slaat van den goeden ouden tijd, van zijn schaatstochten en zeilpartijen op de Friesche meren, en oud en jong zich luistergraag wat dichter om hem heen schaart - dan tintelen zijn oogen van levensvreugd, dan komt de hooge zijden hoe langer zoo meer achterover op het hoofd te hangen, dan raakt hij heelemaal in vuur, terwijl 't vuur van den Gouwenaar ongemerkt uitdooft.
terechtstelling door middel van electriciteit: De stoel, waarop de veroordeelde wordt vastgebonden.
De teekenaar van dit typig portret - het is een aquarel of waterverfteekening - is de bekende Otto Eerelman, van wien onze lezers meermalen tafreeltjes uit het boerenleven gezien hebben, en die vooral beroemd is om zijn dierenschilderingen. Eerelman beschikt over een door ijverige studie verworven vlugheid van blik en vaardigheid van hand, waardoor het hem mogelijk is in enkele vlugge vegen en rake lijnen het karakter zijner dierenmodellen weer te geven. Hoe veel gemakkelijker moest het dus den schilder vallen zijn menschelijk sujet in alle bijzonderheden van gelaatsuitdrukking en houding weer te geven, ineens raak, met vlotte vegen en teekenende trekjes.
Als de meeste talenten moet Eerelman, geboren in 1839, reeds jong bewijzen van zijn bestemming tot kunstenaar gegeven hebben; een levensbeschrijver weet zelfs te vertellen, dat de kleine Otto reeds in den kinderstoel als karikatuur-teekenaar optrad, door met een griffel op een lei dwaze portretten van den huisdokter zijner ouders te teekenen, wat me nogal een sterk staaltje van vroegtijdig zich openbarenden aanleg lijkt, welke aanleg, ook weêr als bij alle jonge talenten, door zijn ouders, natuurlijk met de beste inzichten, werd tegengewerkt. Het einde van de historie was, dat de knaap ten laatste toch verlof kreeg zich op de kunst toe te leggen, en dat dit met uitstekend gevolg geschiedde; zóó zelfs, dat hij na enkele studiejaren aan de beroemde Antwerpsche academie te hebben doorgebracht, een schitterend examen aflegde.
Later heeft Eerelman veel gereisd, zoowel in 't vaderland als in den vreemde, en overal terdeeg uit zijn oogen gekeken, en het karakteristieke dat hij er vond met liefdevolle nauwgezetheid afgebeeld; vooral wordt hij getroffen door het typige en kranige, het volkseigene en het burlesque: boeren in nationaal kostuum, tafreeltjes van oude volksgebruiken, wedrennen en circusvertooningen, paardenmarkten en karaktervolle hondekoppen. Zijn werk is kloek en correct, meer geteekend dan geschilderd, met een merkbare neiging naar het humoristische. Zijn boerenrijpartijen en sledetochten zijn zeer populair door de vele reproducties, vooral op tegeltableaux; even groote vermaardheid genieten zijn honden- en paardenschilderingen, vooral bij dierenliefhebbers, zoodat menig aanzienlijk bezitter van schoone exemplaren dezer diersoorten ze door Eerelman portretteeren liet; welbekend is de compositie, voorstellende de mooie pony's, waarmee H.M. de koningin als kind zoo gaarne uitreed, en de afbeelding van haar lievelingshond Swell, welke beide werken, met nog een van Eerelman's wintertafreelen, deel uitmaken der koninklijke schilderijenverzameling.
In onze photographieën-collectie bevindt zich nog 't portret van een oud moedertje, eveneens naar een aquarel van dezen schilder, dat van dit mansportret een aardig pendant is. Een volgende gelegenheid hopen wij onzen lezers ook daarvan een reproductie, in den vorm eener kunstbijlage, aan te bieden.
M.V.