Bij de Platen.
Het afscheid. -
Met welk een geestdrift hebben de Engelsche soldaten, vooral in het begin van den oorlog, huis en haard verlaten, - een geestdrift, ongeveer gelijk staande met die, waarmee de Fransche soldaten in 1870 onder den kreet van à Berlin, naar Berlijn, naar de grens marcheerden. Evenals toen de Franschen droomden nu de Engelschen van gemakkelijke zegepralen en rijken buit, van lauweren en triomfbogen bij hun terugkeer.
Voor hoevelen is het vaarwel een afscheid voor eeuwig geweest; hoevelen hebben in het verre Zuiden den dood gevonden door de nooit missende kogels der Boeren of door de uitputtende ziekten. Hoeveel anderen zijn teruggekeerd verminkt en invalide, schaduwen van de krachtige gestalten, die kort geleden Oud-Engeland hadden verlaten.
En nog woedt de krijg voort, nog worden aan de misdadige politiek van een Chamberlain dagelijks kostbare levens geofferd, nog blijft Europa in zijn sfinxen-onaandoenlijkheid volharden.
Ook al keuren wij allen de houding van Engeland met de meeste beslistheid af, toch grijpt een gevoel van weemoed ons aan bij het bezichtigen der eerste gravure op dit nummer: bij het zien dier vroolijke, geestdriftige schaar meenen wij de kogels der Mausers te hooren fluiten, die zoo menig veelbelovend leven zullen verwoesten, en wij deelen het bange voorgevoel van het jonge meisje, dat afscheid neemt van haar verloofde.