De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 18

Bij de Platen.

Een prettig zitje aan het strand. -

De eerste aanblik zegt ons, dat wij hier in een Hollandsch visschersdorp zijn aan het strand der Noordzee. Stil en effen is de wijde waterplas, en enkel aan den verren gezichteinder bemerken wij een zeil. Vredig liggen de huisjes in een rij geschaard, en zacht suist de wind door het strandgras, dat zich in lichte golvingen op en neer beweegt. Op de verhevenheid, van waar men een onbelemmerd vergezicht heeft op de verrassend-mooie zee, zitten de beide jonge menschen, voor wie het leven even zonnig is als het zomerlandschap om hen heen. Echt Hollandsche typen: dat meisje in haar schilderachtige, lichte dracht, en die stevige jongen met dat ronde en open gezicht. Weldra zal hij weer zee moeten kiezen, maar met een licht hart en blij vooruitzicht, want als hij ditmaal van de haringvangst thuis keert, zal hij de uitverkorene zijns harten als zijn bruid naar het altaar mogen geleiden.

Kleine toeschouwers. -

Wij weten niet, wat in zoo hooge mate de aandacht der kleine toeschouwers gaande maakt: misschien is het een hoog in de lucht zwevende luchtballon, misschien ook maar een eenvoudige vlinder. Doch wij vragen daar niet naar, zoozeer worden wij geboeid door het aardige tafereeltje zelf van die starende kinderkopjes, wier echt kinderlijke verbazing door oogen en mond zoo juist wordt uitgedrukt.