De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 18

Bij de Platen.

President Kruger ontvangt een Boeren-de-putatie in den Uitvoerenden Raad. -

De gravure met dit onderschrift verplaatst ons naar den tijd, toen de furie van den oorlog nog niet in het land der Boeren woedde. Daarom ook heeft de schilderij, afgezien van haar kunstwaarde, een historische beteekenis. Zij werd in opdracht der door de regeering van de Zuid-Afrikaansche Republiek benoemde commissie vervaardigd, om geëxposeerd te worden op de Parijsche wereldtentoonstelling van het vorige jaar, maar kwam ten gevolge van het uitbreken van den oorlog te laat aan.

De getrouw naar het leven ontworpen schilderij geeft den Uitvoerenden Raad te zien gedurende een openbare zitting in het regeeringsgebouw te Pretoria. Burgers uit de hoofdstad zijn verschenen, om naar recht en gebruik hun wenschen en bezwaren rechtstreeks aan den ministerraad kenbaar te maken. Oplettend luistert de grijze Staatspresident naar hetgeen de woordvoerder der Boeren-deputatie in het midden heeft te brengen.

In zijn omgeving zien wij zijn vroegere raadslieden, die thans allen òf door hun oorlogsdaden, òf door hun beleid in den raad een wereldvermaardheid hebben verworven. Daar zit wijlen generaal Joubert, de opperbevelhebber van het Transvaalsche leger, en generaal Jan Kock, die in de eerste dagen van den oorlog bij Elandslaagte viel. Verder zien wij generaal Cronjé, den leeuw van Paardeberg, die sedert April van het vorig jaar als krijgsgevangene op St. Helena vertoeft, - Schalk Burger, die tijdens Kruger's afwezigheid diens plaats waarneemt, - den onvermoeiden Staatssecretaris Reitz, den onderstaatssecretaris Grobler en Wolmarans, een der leden van het bekende driemanschap.

De aanblik dezer schilderij stemt tot weemoed, omdat zij de smartelijke verliezen te binnen brengt door het heldhaftige volk geleden. Moge het weldra na zooveel lijden de rust, den vrede en de onafhankelijkheid terugwinnen, waarvoor het niet ophoudt de zwaarste offers te brengen.

De lustrum-feesten te Utrecht. -

In de laatste week der maand Juni zijn te Utrecht door de studenten der hoogeschool de van ouds bekende lustrum-feesten gevierd, waarvan ditmaal het glanspunt was de intocht van koning Karel VII van Frankrijk binnen Reims, nadat Jeanne d'Arc de stad op de Engelschen had veroverd.

De optocht leverde een schitterenden aanblik op door de keur van rijke gewaden, de fonkeling van staal en zilver, goud en edelgesteenten. Het gewaad van koning Karel was van blauwe zijde, bezaaid met gouden lelies en afgezet door een hermelijnen kraag. Het hoofd was bedekt met een gouden kroon, flonkerend van edelgesteenten evenals de gouden keten, die van de schouders tot de borst afhing. Zijn paard dekte een met gouden lelies bezaaide schabrak van blauw laken; een witte pluim wuifde op den kop van het edele ros, dat een verguld kopstuk met het wapen des konings droeg. Twee pages in rose satijn, bestikt met gouden lelies, de voeten gestoken in nauwsluitende, hooge, licht lila-lederen laarzen met vergulde sporen, leidden 's konings paard.

Jeanne d'Arc was in blinkend stalen harnas, een gouden haarband om het hoofd en een lelietak in de hand. Zij zat op een wit paard, omhangen met een langen schabrak, waarop haar wapen, het gekroonde gouden zwaard met de beide lelies. Een page gekleed in geel, met zilver bestikt satijn, leidde het paard bij den teugel.

Koning Karel werd voorgesteld door baron Van Hövell van Westerflier, Jeanne d'Arc door graaf R. van Bylandt.