het ontstaan van zijn ‘Idomeneo’ hofkapelmeester der door Cuvillier gebouwde nieuwe opera was. Ook de schilderijen aan de muren bewezen, dat de muziek tot de geliefkoosde uitspanningen der Munchenaars behoorde. De globen, zonnewijzers, luchtpomp enz., eveneens in de bibliotheek aanwezig, strekten tot bewijs, dat ook de studie der natuurkunde niet verwaarloosd werd.
Aan het burgerlijk binnenhuis werd de liefderijkste zorg gewijd. Frisch en aanlokkelijk zag er de eetzaal uit met de smakelijk gedekte tatel in het midden, waarop een kostbaar Nymphenburger servies van blauw porselein. Het moest een zeer vermogend gastheer zijn, voor het minst een raads- of handelsheer, die zulk porselein kon bekostigen. De gegoede burgerman moest het met tinnen gerei voor lief nemen. De tinnen schotels, borden, kannen en kruiken van alle soort, van het bevallige melkkannetje tot de zware bierkruik met deksel, waren de trots der huisvrouw, wier ijver zich afspiegelde in den glans van haar tinnen keukengerei. Men ruimde de fonkelende pracht een eereplaats in de kamer in, terwijl het koper de keuken sierde, zooals op onze afbeelding door de open deur te zien is.
munchen in de achttiende eeuw: Buffet met tinnen tafelgerei.
munchen in de achttiende eeuw: Bibliotheek en zijkamer.
Maar de grootste schat der vlijtige, degelijke huisvrouw was haar linnenkast, bevattende een aantal rollen zelf gesponnen en zelf gebleekt linnen. De eiken kast, die zij bij haar uitzet gekregen heeft, is de bewaarplaats van hetgeen haar in het huishouden het liefst is. Daarin bewaart zij ook het gebedenboek harer eerste H. Communie, den granaten rozenkrans van het Vormsel, allerlei familiedocumenten enz. Den eersten brief, dien ‘der Herr’ (zooals in Munchener burgerkringen de man heette en nog heet) haar in hun verlovingstijd geschreven heeft, heeft ze tegen de kastdeur gespijkerd, naast een gekleurde houtgravure van hertog Max Emmanuel, den overwinnaar der Turken, de prentjes van haar heilige patrones en van het met een zwaard doorstoken hart der H. Maagd, voor wie ze een bijzondere devotie heeft. Behalve de linnenkast is er een tafel voor de wasch en een mangel, terwijl het vlas klaar ligt voor de bewerking.
Evenals aan haar linnen zoo spint de huisvrouw stil, gelijkmoedig en ijverig aan den draad haars levens, tot zegen van haar gezin, dat met zulk een huisvrouw wel tot welstand moest komen en een tevredenheid en geluk smaken, als in onze dagen door velen zal worden benijd.