St. Joannes de Dooper.
Geen Heilige - 's Heeren heilige Moeder uitgezonderd - heeft Hans Memlinck - de meester, naar wiens schildering de plaat op de eerste bladzijde vervaardigd is - zoo menigmaal en met zoo groote voorliefde afgebeeld als zijn patroon, den H. Joannes den Dooper, wiens geboortedag de H. Kerk op den 24en dezer maand herdenkt.
Joannes de boetgezant is hier gezeten in de wildernis, waar hij ge voon was te prediken en te doopen met het Doopsel der Boetvaardigheid. Joannes zit op een rotsblok; een roode mantel golft in breede vouwen over zijn kemelsharen kleed en laat zijn bloote voeten zichtbaar. Links van hem op den achtergrond rijzen rotsen recht ten hemel, aan de andere zijde heffen donkere boomgroepen zich naar de zacht doorzonde lucht, rustig spiegelend in de heldere bron, die met kalm gekabbel langs groen-begroeide velden vloeit. Memlinck's opvatting van den woestijnprediker is er eene van groote zachtheid; zijn heiligen zijn minder star, menschelijk-milder dan die van zijn meester Rogier: deze Joannes met zijn meditatieve gelaatsuitdrukking en den lichten heiligenschijn om zijn krullende lokken lijkt niet op den boetgezant, die den Fariseeën toedonderen durft:
‘Gij adderengebroedsel, wie heeft u aangewezen te vlieden van den toekomenden toorn?’
Hij is de begenadigde ziener, wiens ziel reeds leeft in de vrede-sferen van een zonden-vrij en met God verzoend menschengeslacht.
De omgeving des heiligen is als een weerschijn van zijn ziel: het paradijsachtig landschap, waar onder ruischend boomenloover de Bron des Levens welt, van blanken hemelglans zegenend bespreid, zacht vervloeiend in wijde verten. Aan Joannes' voeten in 't groene grasland ligt het mystieke Lam, waarnaar hij heenwijst met ernstig gebaar: Ziedaar het Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld.
Het dichterlijke in Memlinck's opvatting, het innige en levensblije, dat hem van zijn groote voorgangers Jan van Eyck en Rogier van der Weyden onderscheidt, wil men toeschrijven aan zijn Duitsche afkomst en den invloed der Duitsche kunst op zijn aanleg. Deze afstamming van den meester is slechts eene vermoedelijke, daar tot heden betrouwbare gegevens omtrent zijn geboorteplaats en vroegste werken ontbreken. Wel weet men, dat hij omstreeks 1477 naar Brugge kwam, waar hij hoofdzakelijk verblijf hield en de meeste zijner bekende werken ontstonden. Hij was de grootste leerling van Rogier en stierf in bovengenoemde stad in 1495.
Hans Memlinck was een zéér veelzijdig kunstenaar; vooral als portretschilder was hij beroemd en zijn portretten gelden thans nog als onbetwistbare meesterstukken. Het hier gereproduceerde paneeltje behoort tot zijn vroegst-bekende en werd, op grond eener valsche onderteekening, langen tijd toegeschreven aan zijn medeleerling Hugo van der Goes, wiens naam in den linker benedenhoek dan ook zichtbaar is.
We hopen den lezers der Illustratie nog menigmaal een afbeelding te geven naar schilderingen van dezen ons Katholiek gevoel zoo innig verwanten Zuid-Nederlandschen kunstenaar.
M.V.