voor korte jaren gebouwd ter keering van de woedende wateren, die wat al te veel aan de duinen knabbelden. Maar ook rechtstreeks van af den boulevard is de pier te betreden. De ingang ligt aan den voet der ijzeren torentjes.
't Was daar dat Z.K.H. prins Hendrik den 6n Mei voorreed, toen hij het wandelhoofd feestelijk kwam openen en het den naam geven van zijn geëerbiedigde echtgenoote: ‘Koningin Wilhelmina.’
't Middelpunt der winkelgalerij - onder de overbrugging dus - is een koffiehuis, sinds zijn opening ten vorigen jare een zeer gezochte pleisterplaats. Het terras is daar rond uitgebouwd en de muziektempel staat vlak boven het café, welks op één slanke kolom rustend gewelf wel een goede klankbodem moet wezen voor de uitvoeringen.
De galerij en het café zijn uitgevoerd in min of meer modernen stijl, zonder overlading of overdrijving evenwel. Zeer de moeite waard is het beeldhouwwerk, vooral van de pilasters der terras-balustrade, waarin de wapens van onze provinciën zijn gebeiteld, en van de zware steenen hoekstukken. In dat, op onze afbeelding zichtbaar, is gehouwen een overzicht van 't tegenwoordige Kurhaus, waarboven, in een medaillon, de kop van den eersten directeur-generaal van het ‘Zeebad,’ M. Reiss. Aan den anderen kant worden op die wijze de oude Pronk en zijn primitief badhuis in waardeerende herinnering gehouden.
En nu de pier, waarvan wij een zeer mooi perspectief geven. Onze photograaf heeft gestaan op de overbrugging en nam zoo een algemeen overzicht van het bijna 400 meter lange en 8 meter breede wandelhoofd, aan welks einde het 25 meter hooge feestgebouw verrijst. Eenmaal de beide torens voorbij, die met hun sierlijke koepels een aardigen indruk maken, betreden wij 't gebied der strenge ijzerconstructie, voor welker vervaardiging de Brusselsche ingenieur E. Wyhowsky zijn deskundige medewerking verleende. Bij hetgeen rechtstreeks tot den bouw der pier behoort, zooals de 318 schroefpalen, die het ijzergevaarte dragen, en het raamwerk voor het plankier, is vóór alles aan strengheid en meetkundige juistheid gedacht - een streven, dat zijn bekroning vond in de onverzettelijkheid, waarmede het landhoofd dezen winter alle pogingen van stormen en golven, om den indringer te benadeelen, kalm verdroeg.
De versiering mocht eerst weer een woordje meespreken bij de balustrades, bij de bekroning der palen voor het electrisch licht en bij 't feestgebouw, dat ook wel van ijzer is opgetrokken, maar toch een goeden indruk maakt, dank zij den rijzigen koepel, die hoog een vergulde kroon opbeurt. En inwendig ziet het er inderdaad gezellig uit. Men heeft daar, beschut voor weer en wind, een prachtig uitzicht, zoowel over de wijde watervlakte als naar 't strand, dat van die zijde tot dusverre nog niet kon bekeken worden. Het gebouw, dat een volledige restauratie inrichting bevat, heeft een doorsnede van 36.70 M.; maar toch is er in 't rond nog ruimte genoeg om te wandelen, want het eindplatform, waarop het staat, meet 64 bij 62 M. - een respectabel plein dus, 400 M. ver in zee.
Wat zal het daar heerlijk zitten zijn bij mooi weder, als 't water kalm kabbelt onder het plankier en het zeewindje de warmte tempert. Maar ook: welk een eenige gelegenheid, om bij storm het woeden der elementen zonder gevaar gade te slaan. De golven zullen dan het plankier overspatten, de wind u van de been trachten te werpen, doch wie daar niet bang voor is, kan een heerlijk schouwspel van woest natuurschoon genieten.
Natuurlijk zal het echter bij mooi weer het volst zijn. De zitplaatsen in de veertien uitgebouwde balkons zal men elkaar dan betwisten en in de schaduw van het feestgebouw zal 't zoet droomen zijn, terwijl de tonen der Kurkapel, die binnen een uitvoering geeft, voor den peinzenden luisteraar buiten een wedstrijd aan gaan met het watergedruisch. En 's avonds, als de stilte is gekomen met de duisternis, dan zal men er zich kunnen wanen aan boord van een grooten stoomer, die zachtkens u voert naar schoone stranden.
Geen mijmeringen evenwel, waar nog eenige cijfers onze aandacht vragen. De pier met het gebouw wegen ongeveer twee millioen K.G., het feestgebouw alleen 90.000. Dit geeft wel een duidelijken blik op den omvang van het werk, dat toch zoo spoedig werd voltooid. De plankierhoogte is 7.36 M. boven de laag-, 5.66 M. boven de hoog-waterlijn. Bij mooi weder behoeven de dames dus niet bang te zijn voor 't spatten van 't water. Bij stormwind evenwel.... Maar dan moeten de dames 't ook maar zelf weten.
A.J. Oostdam.