De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 18(1901)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Rosa Mystica. Harte mijn, wat zoudt ge klagen Langer uwe triestigheid!.... Jonge Mei heeft schoone dagen In heur gaarde U weer bereid. Nachtegalen hoort ge zingen Daar hun liedekens, wel zoet; Distelvinken ziet ge er springen Door het groen met blijën moed. Kruiden, bloemekens daar geuren Wonderlijk en menigvoud, Die hun kleur'ge kopjes beuren, Dat ge ze allen plukken zoudt. En ontluikende daarinne Prijkt de roze bovenuit, Als der bloemen koninginne Met haar lach van jonge bruid. ............. Ja, Maria, schoonste roze, Gij en bloeit er in de Mei, Ed'le, reine, vlekkelooze, Wonderbare Maged, gij. En gij zult mijn harte sieren!.... En wat welke laat of vroeg, Gij en blijft daarinne tieren: Elide gij zijt me genoeg. H.J.M. DONDERS. Groesbeek, Mei 1900. Vorige Volgende