Van het oorlogstooneel in Zuid-Afrika. -
Om het goud is de oorlog in Zuid-Afrika ondernomen, en de Engelschen hadden niet meer dan hun verdiende loon gehad, indien de Boeren indertijd gevolg hadden gegeven aan hun bedreiging, de goudmijnen, oorzaak van al de ellende, te verwoesten.
Men herinnert zich het woord van president Kruger, dat vóór de inneming van Johannesburg door den vijand dingen zouden gebeuren, die de wereld zouden doen verbazen. Hiermee was de verwoesting der goudmijnen bedoeld; en waarom die achterwege bleef was langen tijd een raadsel. Dit is thans opgelost, daar men door de mededeelingen van een Duitsch officier, die aan de zijde der Boeren heeft gevochten, de toedracht der zaal is te weten gekomen.
President Kruger en andere leden van den Volksraad hadden het plan, toen Johannesburg bedreigd scheen, de mijnen met dynamiet te laten springen, en er waren daartoe reeds maatregelen genomen. Men wachtte enkel nog op het rechtstreeksch bevel van den president. Dit echter bleef uit, want Kruger had in den Volksraad over de vraag laten stemmen, en een meerderheid van twee stemmen had zich tegen de verwoesting verklaard.
Zoo bleven de mijnen voor het grootste gedeelte gespaard. Evenwel zijn later door Boeren-commando's nog enkele mijnen vernield, o.a. de Robinson-goudmijn bij Johannesburg, waarvan wij in dit nummer een afbeelding geven.
Onder de gezinnen van in 't veld staande Boeren, die door de Engelschen worden gevangen gehouden, bevindt zich ook dat van den onversaagden generaal Christiaan de Wet, die vroeger te Pretoria een uitgebreiden veehandel dreef. Zijn gezin bestaat uit vrouw en acht kinderen, vier jongens en vier meisjes, die allen te Johannesburg worden gevangen gehouden.