De opening van het Engelsche parlement door koning Eduard VII. -
Op de begrafenis van koningin Victoria, die overeenkomstig haar wensch met den meesten eenvoud was geschied, volgde met buitengewonen luister de opening van het Parlement door den nieuwen koning.
Die opening ging vergezeld van een aantal ceremoniën, die de Engelschen bijna vergeten waren, want sedert 1886 had de oude koningin niet meer persoonlijk de zitting van het Parlement geopend en was dus ook de daarbij behoorende praal achterwege gebleven.
Op den 14en Februari zag men weer naar het oude gebruik, dat van het zoogenaamde buskruitverraad in 1605 dagteekent, lieden in de kleederdracht van dien tijd vóór de zitting de kelders van Westminster bezoeken; - zag men weer mannen van wapenen, herauten en pages in overvloed, allen in gewaden uit de zestiende eeuw, de edele lords in scharlaken mantels, met goud omzoomd, lord Wolseley met den gouden staf in de hand, lord Londonderry met beide handen het rijkszwaard zwaaiend.
Maar de schitterendste verschijning was die van den koning. Hij kwam met de koningin in een staatsiekoets, geheel verguld en beschilderd en getrokken door acht Isabella-kleurige paarden. Zoodra hij in het paleis was aangekomen, werd hem boven zijn uniform van veldmaarschalk een zware mantel van karmozijn fluweel en hermelijn omgeslagen, zooals de Stuarts dien droegen in de zeventiende eeuw. Zoo uitgedost nam de koning te midden van een schitterend gevolg, met de koningin aan zijn linkerhand, plaats in een Gothieken zetel, nam den Parlementsleden den eed van trouw af en las daarna de openingstoespraak voor.