Schaftuur.
Naar de schilderij van Wally Moes in het Museum Boymans te Rotterdam.
Ze hebben juist hun sober maal genuttigd, de arme mandenmakers op onze plaat; hier ligt nog het leege boterhammenzakje met een kommetje er naast en daar staat het koffieketeltje met de schillen van een sinaasappel, die den jongens beter heeft gesmaakt dan menigen rijke zijn weelderig dessert. En nu, de rest van den schafttijd, nemen ze er eens lekkertjes hun gemak van: de een zit op een mat, in onverschillige houding tegen den muur geleund, 't rechterbeen opgetrokken, 't linker nonchalant-weg vooruitgestoken; zijn kameraad heeft het zich nòg makkelijker gemaakt: languit neergestrekt zoodat z'n ondergoed slordig komt uitkruipen tusschen de broek en 't opgeschorte vest, ligt hij te soezen - ja, waarover? Misschien over 't genot van zoo lekker lui te liggen, plat op den grond, en niet hoeven te werken en de vrije beschikking te hebben over je eigen armen en beenen, zoodat je er net mee doen kunt wat je zelf verkiest: één hand onder je hoofd, makkelijk, en met je bloote beenen te spelen liggen van louter behagelijkheid....
Dit of iets dergelijks heeft de schilderes wèl willen verbeelden, toen ze haar modellen stelde in deze houding en er de accessoires bij-schikte: de half-afgewerkte mand met de losse teenen er naast, het keteltje met kommetjes, boterhammenzakje en sinaasappelschillen; en daar nu het geheel als compositie en kleurcomplex behoorlijk in elkaar zit en de schilderes beschikt over een te waardeeren teeken-vaardigheid, is er een schilderij ontstaan, waarvoor de meeste bezoekers van het Museum Boymans aangename oogenblikken doorbrengen.
In den deftig-donkeren toon van het werk is de blanke partij - de linkermouw van den liggenden knaap - van weloverdachte, effectvolle werking, en een stilleven als dat van 't mooie rood koperen keteltje, 't diep blauw porselein van 't kommetje en 't fel-oranje der sinaasappelschillen, is altoos voornaam van kleur en verleent een rustige verlevendiging aan het sobere kleurengeheel.
Van Wally Moes terug tot Pieter Lastman is een heele sprong in achterwaartsche richting - ik meen natuurlijk wat betreft de tijdruimte, gelegen tusschen 1633, het jaar, waarin Lastman stierf, en 1885, waarmee Wally Moes haar schilderij teekende; want om de beide werken te beschouwen behoeft men slechts een paar Museumzalen te doorloopen. Dit is wel een heel andere kunst, zoowel wat keuze van sujet als opvatting en uitvoering betreft, en heel niet te vergelijken. Als we 't niet wisten of vermoedden, zouden we in deze groep geen naar Egypte vluchtende H. Familie herkennen - uit welk feit we echter volstrekt geen gevolgtrekkingen omtrent de meerdere of mindere rechtgeloovigheid van den schilder maken mogen. Maar het innig-vrome gevoel, dat zelfs bij minder technische volko menheid zachtkens te zingen schijnt uit de werken der middeleeuwers, was verkild in de eeuw, wier weelde de kunst wenkte in andere richting, en er was Rembrandt's genie noodig om de gewijde tafreelen weer te doen verschijnen in waardiger glans; wel zou 't geen terugkeer zijn naar de sublieme ingetogenheid, de kinderlijk-devote, extatische ‘scouwinghe’ der primitieven, maar de lichte luister der nieuwe visioenen zou niet minder klaar-stralend vlammen van Rembrandt's doeken.
Het is juist door Rembrandt, die korten tijd werkte in Lastman's atelier, dat de naam van dezen schilder grooter bekendheid gekregen heeft, dan de waarde zijner schilderingen rechtvaardigt.
In den loop van dezen jaargang der Illustratie hopen we nog op hem terug te komen, vandaar dat we nu maar besluiten met de vermelding, dat de H. Maagd op de schilderij gekleed is in een rood gewaad, met om hoofd en schouders een witten doek geslagen; en dat haar mantel donker groen is. Het blonde Christuskindje draagt ze in den rechterarm, terwijl de linkerhand de teugels van 't ezeltje houdt. St. Jozef gaat te voet; hij draagt zijn timmermansgereedschap in een mand en is in grijs met rooden mantel. De achtergrond wordt gevormd door een landschap met boomen en rotsen en ver-weg een stad. Het geheel is - als gewoonlijk bij dezen schilder - zwaar van kleur en van teekening.
Onze Moeder de H. Kerk gedenkt de Vlucht van de H. Familie den 17en dezer maand.
M.V.