Koningin Wilhelmina's huwelijk.
Geheel Nederland juicht en viert feest, nu de zoo vurig verbeide dag is aangebroken, waarop koningin Wilhelmina in den echt verbonden wordt met den uitverkorene haars harten, den fieren vorstenzoon, in wiens hand het geluk onzer geliefde koningin onder Gods zegen veilig zal zijn.
Niet enkel Nederland juicht Haar meer dan dertig millioen onderdanen van overzee, die, al hebben ze nooit het voorrecht mogen smaken, de beminnelijke vorstin te zien en toe te juichen, haar niet minder trouw verknocht zijn, stemmen in met de juichtonen, die, een schallenden donder gelijk, uit deze lage landen aan zee opstijgen.
Maar niet Nederland en zijn koloniën alleen juichen. Warme, hartelijke deelneming wordt betuigd door heel de wereld, van wat taal en nationaliteit ook, want, had koningin Wilhelmina door haar jeugd, haar aanvalligheid, haar koninklijke gratie reeds vele harten buiten haar rijksgebied gewonnen, door haar kloek, mannelijk optreden, haar fiere, koninklijke daad tegenover president Kruger, heeft ze aller harten stormenderhand veroverd. Men mag dan ook zeggen, dat nooit een vorstin zoo algemeene vereering, zoo innige en diepgevoelde sympathie en hoogschatting is te beurt gevallen, als het deel is onzer beminde koningin.
Even zeker is het, dat haar geen huldebetuigingen, geen gelukwenschen op dezen verheven stond aangenamer en welgevalliger zullen zijn dan die haar gebracht worden door haar onderdanen, aan wie Hare Majesteit eenige maanden geleden persoonlijk mededeeling heeft willen doen van een der gewichtigste gebeurtenissen in haar leven: heur verloving met Z.H. hertog Hendrik van Mecklenburg Schwerin.
Met hoeveel belangstelling werd die tijding ontvangen. De hun vreemde hertog was den Nederlanders aanstonds lief, omdat hij de toekomstige gemaal was hunner vorstin, en men hem alle deugden en eigenschappen toekende, die men noodzakelijk achtte in een prins, waardig met de laatste afstammelinge der Oranjes te huwen. Met hoeveel hartelijke sympathie werd de hertog bij zijn eerste komst hier te lande ontvangen, met hoeveel warmte bij zijn eerste bezoek aan hof- en hoofdstad begroet. Thans is de hertog Nederlander, lid van het vorstelijk huis, gemaal onzer koningin; voortaan zal het zijn eenig streven zijn, haar gelukkig te maken, die hem onder zooveel vorstenzonen heeft uitverkoren, en te arbeiden aan het welzijn en den voorspoed van zijn nieuw vaderland, dat hem daarvoor met eerlijke, trouwe aanhankelijkheid zal loonen.
h.m. koningin emma.
Moge Gods overvloedigste zegen rusten op het echtverbond, waaraan de zelfzuchtige berekeningen der staatkunde zijn vreemd gebleven, dat alleen ware genegenheid en wederzijdsche hoogachting tot grondslag heeft en daardoor alle waarborgen bevat voor een bestendig, ongestoord geluk.
Evenals altijd de Kath. Illustratie, wanneer het Nederlandsche volk met zijn vorstenhuis feestvierde of rouwde, daaraan deelnam, zoo heeft zij ook ditmaal de heuglijke gebeurtenis van het koninklijk huwelijk willen herdenken op een wijze, die het nummer tot een blijvende herinnering zou maken aan dezen voor vorstenhuis en vaderland zoo gewichtigen dag.
Naast de portretten van het vorstelijk paar mochten niet ontbreken dat van koningin Emma, de zorgzame moeder en voortreffelijke vrouw, aan wie Nederland zoo groote en dure verplichtingen heeft, en die van hertog Hendriks doorluchtige ouders. Eigenaardig op zijn plaats achten wij in dit nummer ook de photographische groep, den 4en November jl. te Lensahn genomen, toen koningin Wilhelmina daar met haar moeder en haar verloofde in den vertrouwelijken kring der groothertogelijke familie van Oldenburg eenige dagen vertoefde. Op die groep zien wij, behalve het groothertogelijk paar van Oldenburg, prinses Sophie Charlotte van Oldenburg en den kleinen erfprins Nicolaas, H.H. M.M. koningin Wilhelmina en de koningin-moeder, verder hertog Hendrik met zijn vollen broeder hertog Adolf en zijn stiefbroeder hertog Paul Frederik, die, na zijn huwelijk met een Oostenrijksche prinses Windischgrätz katholiek geworden, buiten Mecklenburg woont en er slechts voor korte bezoeken komt. Ten slotte hertog Hendriks moeder, groothertogin Marie, zijn neef, de jonge, tegenwoordige groothertog van Mecklenburg, Frederik Frans IV, en hertog Hendriks stiefbroeder Johan Albrecht, die tijdens de minderjarigheid van Frederik Frans IV regent is van het groothertogdom.
In dit nummer was eveneens op zijn plaats een reproductie der buste van den hertoggemaal, door de gunstig bekende beeldhouwster Georgine Schwartze te Amsterdam ontworpen en door den heer Gerard Linssen te Venlo in den handel gebracht. Deze buste, van wit gips en 75 centimeter hoog, is door mej. Schwartze, daar ze niet naar het levend model kon werken, naar photographieën vervaardigd. Zelfs met deze beperkte hulpmiddelen is het de kunstenares gelukt, een goed gelijkend beeld van den hertog te ontwerpen, dat de kloekheid en fierheid van den hoogen gemaal op gelukkige wijze doet uitkomen.
Ten slotte mochten in dit nummer niet gemist worden het beroemde slot te Schwerin en het Green house (door de Duitschers Grüne Haus genoemd), het paleis van hertog Hendrik, waaromtrent wij hieronder een en ander meedeelen.