De H. Lodewijk, als kind aalmoezen uitdeelend. -
Een der nobelste figuren onder de koningen en keizers in de wereldgeschiedenis is de H. Lodewijk, koning van Frankrijk, het type van een vroom ridder, wijs regent en schrander staatsman, die van zijn moeder, de H. Blanca van Castilië, een voorbeeldige opvoeding ontving.
Op elfjarigen leeftijd verloor de H. Lodewijk zijn vader en kwam nu onder voogdij zijner moeder, die tevens als regentes het koninkrijk met wijsheid en gematigdheid, maar tevens met mannenelijke kracht bestuurde.
Toen de groote Fransche kroonvazallen een bondgenootschap hadden gesloten met koning Hendrik III, trok de H. Lodewijk tegen hen ten strijde en versloeg hen in twee veldslagen: de eerste maal te Taillebourg, de tweede maal, vier dagen later, te Saintes, waar hij een volledige overwinning behaalde, den Engelschen koning tot een nadeeligen vrede dwong en de vazallen tot algeheele onderwerping bracht. De H. Lodewijk was, toen hij die overwinningen behaalde, nog maar 27 jaar oud.
Tijdens een hevige ziekte, waardoor hij in 1244 werd aangetast, meende hij een stem te hooren, die hem beval het kruis aan te nemen tegen de ongeloovigen, aan de Christenen de landstreken terug te geven, welke de Saracenen hun ontnomen hadden, en hen uit de wreede slavernij te verlossen. Hij legde toen de gelofte af, een kruistocht te zullen ondernemen. De koningin-moeder en zijn gemalin smeekten hem daarvan af te zien tot hij geheel hersteld zou zijn, maar de H. Lodewijk vroeg des te dringender om het kruis. De bisschop van Parijs hechtte het hem op de borst onder het vergieten van tranen. als voorzag hij de rampen, die den koning op zijn tocht zouden wachten.
roodkapje: De ontmoeting met den wolf in het bosch.
Naar de schilderij van F. Hiddemann.
Gedurende vier jaren bereidde de koning de even roemrijke als ongelukkige onderneming voor; eindelijk scheepte hij zich, zijn moeder het bestuur des lands overlatende, in 1243 te Aigues-Mortes in, met zijn gemalin Margareta van Provence en zijn drie broeders, en vergezeld door bijna de geheele Fransche ridderschap.
Hij had besloten den oorlog in Egypte te beginnen, ten einde den sultan, die meester van het H. Land was, in zijn eigen rijk te bestoken. In 1249 tastte hij Damiate aan en maakte zich daarvan meester, stak in het gezicht der ongeloovigen den Nijl over, behaalde twee overwinningen op hen en verrichtte wonderen van dapperheid in den slag bij Massoerah. Maar nu keerde de krijgskans ter gunste der Saracenen, die machtige bondgenooten vonden in besmettelijke ziekten en hongersnood, die de Franschen tot den terugtocht noopten. De ongeloovigen bestookten onophoudelijk de afgematte kruissoldaten, dreven hen op de vlucht en richtten een groot bloedbad onder hen aan. De koning, die gevaarlijk ziek was, werd den 5en April 1250 met al de heeren van zijn gevolg en het beste deel van zijn leger gevangen genomen.
Lodewijk was in zijn gevangenis even groot als op den troon. De Muzelmannen konden niet nalaten zijn geduld en standvastigheid te bewonderen. Zij zeiden hem: ‘Wij beschouwden u als onzen gevangene en onzen slaaf, en gij, die in boeien zijt geklonken, behandelt ons, alsof wij uw gevangenen waren.’ Men durfde hem een buitensporig hooge som voor zijn losgeld voorstellen, maar de koning antwoordde aan de afgezanten des sultans: ‘Zeg aan uw meester, dat een koning van Frankrijk zich niet voor geld vrijkoopt. Ik zal de gevraagde som voor mijn leger geven en Damiate voor mijn persoon.’ Hij betaalde inderdaad 400.000 pond voor hun losgeld, gaf Damiate voor het zijne terug en sloot met den sultan een wapenstilstand van tien jaar. Zijn plan was naar Frankrijk terug te gaan, maar toen hij vernam, dat de Saracenen, in plaats van de gevangenen in vrijheid te stellen, een groot aantal hadden gemarteld, ten einde hen tot afval van hun geloof te bewegen, begaf hij zich naar Palestina, waar hij nog vier jaar bleef. Dezen tijd besteedde hij om de vestingen der Christenen te versterken en aan de bekeering der ongeloovigen werkzaam te zijn.
In Frankrijk teruggekeerd, vond hij zijn land in beteren toestand, dan hij na zoo lange afwezigheid had durven hopen. De Voorzienigheid had over een land gewaakt, dat hij enkel uit de meest christelijke beweegredenen had verlaten. Hij verbeterde de rechtspraak, verminderde de belastingen, vaardigde strenge bepalingen uit tegen de godslasteraars en goddeloozen, bouwde kerken, gasthuizen en kloosters, en gaf een Pragmatieke Sanctie uit, om de oude rechten der kathedrale kerken en de vrijheid der verkiezingen te beschermen. Ook in het buitenland erkende men de rechtschapenheid en de wijsheid van den koning, zoodat koning Hendrik III van Engeland en de Engelsche baronnen hem tot scheidsrechter verkozen in hun geschillen.
Toen de H. Lodewijk Frankrijk bloeiend en zijn regeering krachtig gevestigd zag, ondernam hij in 1270, op vijf-en-vijftigjarigen leeftijd, een nieuwen kruistocht. Hij belegerde Tunis, nam na acht dagen de citadel, maar overleed reeds den 25n Augustus van hetzelfde jaar aan een besmettelijke ziekte, die groote verwoestingen in zijn leger aanrichtte. De vrome koning stierf als een heilige en als een held.
In 1297 werd hij door Paus Bonifacius VIII heilig verklaard. De bulle van heiligverklaring is een heerlijke, uitvoerige lofspraak, berustend op een volledige zekerheid van de zuiverheid zijner zeden, de strengheid zijns levens, zijn liefde voor de rechtvaardigheid, zijn edelmoedigen ijver voor de bevordering van het geloof, zijn liefdadigheid jegens de armen, de zieken, de hulpeloozen, in één woord al zijn christelijke, koninklijke, heldhaftige deugden. Men had hiertoe de verklaringen onder eede van meer dan 300 getuigen ontvangen en de echtheid van 63 mirakelen geconstateerd.
De gravure in dit nummer stelt den jongen koning voor, aalmoezen uitdeelende en zich zoodoende voorbereidende voor de edele taak, die hij als man in zoo hooge volmaaktheid zou volbrengen.