Een rustplaats in de oase. -
Volkomen zonder plantengroei zijn in de woestijn de hoogvlakten, die bij de Sahara veruit het grootste deel der oppervlakte in beslag nemen. De hoogvlakten worden begrensd door komvormige laagten, waar het regenwater der omringende hoogten zich verzamelt, terwijl een leemlaag onder de oppervlakte het wegvloeien daarvan verhindert. Hierdoor ontstaat een plantengroei, die zeer weelderig is in vergelijking met dien der woestijn, maar toch over 't algemeen schraal en eentonig, bestaande uit dadelpalmen, doempalmen, gom-acaciaboomen en mannaheesters. Intusschen zijn de oasen onschatbare rustplaatsen voor de karavanen, die er zich van een nieuwen voorraad water voorzien, weshalve de karavaanwegen doorgaans over de oasen loopen. Menschen en dieren laven er zich en rusten in de schaduw der palmen uit van den vermoeienden rit door de woestijn. Karavanen echter, die ongezien de kust willen bereiken, als de beruchte slaventransporten, vermijden zorgvuldig de oasen.
In de Sahara heeft men er ruim dertig, waarvan er een twintigtal bewoond zijn. Tot de grootste behooren Fessan en Tibesti, tot de beroemdste de oase van Siwah, die in de oudheid den naam van Jupiter Ammon droeg.
Vermelding verdient nog, dat de Franschen sedert 1856 door het boren van artesische putten in Algerië een aantal nieuwe oasen hebben doen ontstaan.