De katoenoogst in Zuid-Amerika. -
Het katoen is de belangrijkste grondstof voor de textiel-nijverheid en geeft aan millioenen menschen brood, wat niet te verwonderen is als men weet, dat het katoenverbruik jaarlijks millioenen kilogram bedraagt.
De katoenstruik is een een- of meerjarig gewas ter hoogte van een halven tot anderhalven meter, met stevigen stengel en groote, bleekgele bloemen. De vrucht heeft den vorm van een ei en ongeveer de grootte van een walnoot. Als ze rijp is springt ze open en komen de lange, witte, elastieke zaadharen te voorschijn, die de zaadkern dicht omsluiten.
De katoenplant wordt uit zaad gewonnen. De bloesems verschijnen na acht of negen maanden, en na den oogst worden de stammen dicht boven den grond afgesneden, ten einde nieuwe loten te krijgen, die echter aanmerkelijk minder opleveren dan in het eerste jaar. Daarom gebruikt men een en dezelfde plant maar twee, hoogstens drie jaar, zoodat voortdurend nieuwe plantages moeten worden aangelegd. Daar echter ook de grond door voortdurende plantingen spoedig waardeloos wordt, is men verplicht steeds nieuwe streken in cultuur te brengen, zoodat de katoenteelt een nomadisch karakter bezit. Eerst in den laatsten tijd tracht men door bemesting den ouden grond weer geschikt tot voortbrengen te maken.
Nadat de vrucht zich heeft geopend, worden de zaadharen geplukt, maar daar het openspringen op verschillende dagen gebeurt, en het nadeelig is de wol lang in de opengesprongen vrucht te laten zitten, vereischt het inzamelen groote oplettendheid en veel werklieden, die ieder hoogstens 25 kilogram per dag kunnen oogsten. Van deze werklieden maken in Noord- en Zuid-Amerika de negers het grootste aantal uit. Het ruwe katoen wordt eenige dagen aan de zon blootgesteld om te drogen en dan met behulp van bijzondere machines van de zaadkern bevrijd. Voor de verzending wordt het ruwe katoen gewoonlijk sterk samengeperst en in groote balen gestopt.
In alle vijf de werelddeelen wordt katoen gewonnen, maar het leeuwendeel in de Vereenigde Staten, die in 1890 bijna 2200 millioen kilogram opleverden, terwijl de geheele oogst 2800 millioen kilogram bedroeg.
Het winnen en bewerken van katoen is reeds zeer oud. In Indië, het vaderland van het katoen, werd deze plant reeds voor vier duizend jaren geteeld.
In den tijd van Herodotus maakten katoenen stoffen de gewone kleeding uit. Ook aan de oorspronkelijke bewoners van Amerika was de katoenteelt en zijn bewerking reeds ten tijde der ontdekking bekend. Onder de geschenken, die Columbus van de bewoners van Guanahani ontving, was ook katoen. Op Cuba vonden de Spaansche ontdekkers groote voorraden grondstof en allerlei katoenfabrikaten. Cortez, de veroveraar van Mexico, ontving van Montezuma rijke geschenken, waaronder dertig fijne katoenen mantels, tapijten enz., die aan het hof van Karel V de grootste bewondering verwekten.
Tegenwoordig neemt de katoenspinnerij en weverij, wat betreft den omvang der inrichtingen, het verbruik der grondstof, het aantal werklieden en het gebruik van machines, onder alle takken der textiel-nijverheid de eerste plaats in.