De Boeren-generaal Christiaan de Wet. -
Van al de Boeren-generaals is geen naam meer populair dan die van den stoutmoedigen, vermetelen, ongrijpbaren de Wet, sedert meer dan zes maanden de schrik van de Engelschen, van den minsten soldaat af tot lord Roberts toe. Hoeveel Engelsche generaals zijn niet reeds uitgezonden, om de Wet te verslaan en te vangen, maar niet één is het gelukt. Hoe vaak is het niet gebeurd, dat men hem van vier, vijf zijden meende ingesloten te hebben, dat geen uitweg meer mogelijk scheen, - toch ontkwam de Wet. En hij ontkwam niet alleen, maar hij vermeesterde een konvooi, brak de spoorlijn op, deed een trein in de lucht vliegen, nam een paar compagnieën gevangen enz. Datzelfde spelletje speelt hij nu al maanden aan een stuk met verrassend en onveranderlijk geluk, tot groote wanhoop der Engelsche legerhoofden en ministers, tot voortdurende ontsteltenis der arme Britsche soldaten, die geen dag zeker zijn, dat niet onverwachts de Wet hier of daar zal opduiken om stout en vlug zijn slag te slaan.
Verwonderen kan het ook niet, dat de eerste vraag, die de teruggekeerde City-vrijwilligers bij hun landing, na drie of vier weken van alle nieuws verstoken te zijn geweest, stelden, was: ‘Is de Wet nog niet gevangen?’
De Wet is aller schrikbeeld, een meester in de guerrilla, een onverschrokken soldaat, aan wien menig Engelsch generaal reeds het verlies van zijn reputatie heeft te danken.
Met genoegen zullen onze lezers den kloeken kop van dezen Boeren-generaal in dit nummer beschouwen. De lijnen van mond en neus spreken van vastberadenheid en wilskracht, de tinteling van het oog verraadt naast gevatheid een tikje ironie. Het geheel is een flinke, sympathieke verschijning, wien zelfs de Engelschen den tol hunner bewondering niet kunnen onthouden.