Beroepsgeheimen.-
Men behoeft niet te vragen, wie en wat de personen zijn, die op onze tweede gravure worden voorgesteld. Het onmiskenbaar type verraadt hen op den eersten oogopslag, wat zooveel te minder hoeft te verwonderen, daar de schilder van dit doek, Isidor Kaufmann, zelf een Israëliet is, die dus uit den aard der zaak zijn geloofsgenooten het zuiverst kan typeeren.
Dat het zuivere typen zijn, zal ieder toegeven. Het vergenoegd-sluwe, het blij-listige spreekt uit iederen trek, en al heet het, dat de een den ander zijn beroepsgeheimen meedeelt, zou het ons toch niet verwonderen, indien de verteller zijn collega wat zoekt wijs te maken, terwijl de ander zich houdt of hij alles voor goede munt aanneemt, maar voor zich zelf wel beter weet. Het zou de eerste maal niet zijn, dat twee gannefen elkaar wederkeerig bedrogen, en de twee geslepen personages op onze gravure zien er precies naar uit, om elkaar eens netjes bij den neus te nemen.