Herfstdag op Doorwerth.
Naar de schilderij van mevrouw M. Bilders van Bosse.
Men behoeft juist geen kunstkenner van buitengewone ervarenheid te zijn, om dadelijk in bijgaande reproductie er eene naar een schilderij der onlangs op 63jarigen leeftijd overleden kunstenares, mevrouw Maria Philippine Bilders van Bosse te herkennen. Dit is wel een harer meest karakteristieke sujetten: een rij forsche beuken, een blauwgeschort boerenvrouwtje op 't boschpad - een eenvoudig onderwerp, opgevat en behandeld met bekoorlijken, innigblijmoedigen eenvoud, juist zooals de schilderes het gezien heeft in de natuur rondom. Want dit is wel het mooie in mevr. Bilders' werk: de oprechtheid waarmee 't gegeven is, de eerlijke geestdrift en onverstoorbare vreugde om de schoonheid der natuur, die er uit spreken; de vrome toewijding, waarmee ze die schoonheid op háár wijze verbeeldt. Al was haar visie niet de monumentaal-grootsche van een Jaap Maris, noch de diep in 't wezen der dingen indringende, dichterlijk-gevoelige van een Mauve, nooit heeft ze getracht te reiken naar wat ging bóven haar artistiek ervaringsvermogen en daardoor geweld gepleegd aan haar kunstenaarsnatuur. Ze had de schoonheid lief op haar eigen wijze, ze zag ze geheel persoonlijk, doch altijd zóó dat haar vertolking er van belangstelling en sympathie wekken moest.
Zóó is het gekomen, dat èn door artiesten èn door leeken mevr. Bilders' werken werden gewaardeerd, dat ze nooit gekend heeft den voor kunstenaars dikwijls zoo zwaren tijd van niet begrepen worden dan door enkele héél fijn voelenden, zooals dit b.v. bij Israëls, de Marissen, Mauve, later bij Breitner, Toorop, De Moor het geval was of nog is.
Haar enthousiaste bewondering voor de natuur juichte ze uit in haar werken en de oprechtheid van dit enthousiasme maakt ze zoo aantrekkelijk. Vooral het Geldersche landschap had ze lief, het bosch in den herfst als het zonnelicht glijdt hei-glanzend langs de stammen en de lange boomeschaduwen vallen over 't boschpad, waar tintelende zonneplekjes wemelen en dorre bladeren luchtig voorthuppelen als telkens òpspattende, ros-gouden zonne-vonken; met zoo'n prachtbrokje natuur vóór zich was ze in haar volle kracht, waarvan de hier gereproduceerde schilderij een mooie proeve is.
Nooit vervalt ze in overdreven uitvoerigheid, in de eenigszins nuffig-coquette opvatting en daarmee samengaande verfijnde penseelbehandeling, waartoe bij een schilderes met de mevrouw Bilders eigene voorliefde voor het dadelijk schilderachtig doende natuurfragment toch wel aanleiding was; integendeel schijnen haar stukken veelal door een mannehand geborsteld, en 't is ongetwijfeld de invloed van Bilders, die hier krachtig op haar heeft ingewerkt.
Zoo bleef ze altijd natuurlijk en volkomen oprecht, schoon met een aan de Romantiek herinnerende neiging tot met-bravour weergeven, wat aan de veraanschouwelijking eener diepdoordringende opvatting der natuur altijd schade doet.
Haar kunst is dan ook van een frissche, blijmoedige bekoorlijkheid, die zonder in de ziel hevige sensaties van machtige schoonheid te wekken, toch een oogenblikkelijke impressie geeft van verrassend, even aantrekkelijk mooi.
Maria Viola.