Episode uit het beleg van Leiden.
Het is wat men noemt een kapitale schilderij, waarvan bijgaande plaat een reproductie vertoont - 1.94 hoog, 3.07 breed, figuren op ½ van de ware grootte - en dat ze niet van de laatste jaren is, blijkt duidelijk, zoo niet uit het gegeven, dan toch zeker wel uit de manier, waarop het door den schilder is opgevat en uitgevoerd.
Voor wie het doek niet kennen uit het Amsterdamsch Stedelijk Museum zij hier meegedeeld, dat het een van Klinkenberg's oudste werken is en voorstelt een Episode uit het beleg van Leiden, waar burgemeester Van der Werf de benarde en door uitputting moedeloos geworden bezetting tot volhouden aanspoort.
Het is een werk uit den tijd, toen de jonge Klinkenberg stond aan het begin van zijn artistieke loopbaan, nog niet wetend precies wat hij wilde, zoekend en tastend naar den weg, die voor hem de eenig-ware zou blijken.
Zou 't die van het landschap zijn of van het historische genre?
Maar hoewel nog onzeker van wat het worden zou, wist hij toch al respectabel knappe dingen te maken, vooral wanneer we in 't oog houden de in die dagen heerschende kunstbegrippen, en zeker is er in Klinkenberg, de latere stadsgezichtenschilder, een waardevol illustrator verloren gegaan. Ik meen hiermee niet een van de kracht, het dichterlijke en zéér bizondere talent van Charles Rochussen, maar een illustrator, die toch de daartoe onmisbare eigenschappen als vastheid van hand, vlugheid en scherpte van blik, talent van compositie en effectvolle kleurwerking, kennis van costuums in zich vereenigde en bóvenal de zekere bedoeling om dit alles te zamen ondergeschikt te maken aan de getrouwe wedergave van den gegeven inhoud: het verhaaltje, geschiedkundige feit etc.
Zijn kunst was er een, die zich nauw aansloot bij de literaire, zooals dit b.v. met die van David Bles ook het geval was - en dit is ze gebleven, óók toen Klinkenberg geen historische onderwerpen meer behandelde, maar zijn kunstdoel voorgoed gevonden had in het schilderen van stadsgezichten.
Dit gebeurde, toen hij zijn bekende schilderij: ‘De Vijverberg te 's-Gravenhage’ -thans in het Museum Boymans te Rotterdam - exposeerde.
Zoo heeft hij nimmer geheel kunnen verloochenen die hang naar de Romantiek eener voorbijgegane periode; hoofdzaak bleef hem het sujet zelf, dat hij, meestal onder sterk zoneffect, met conscientieuze getrouwheid afbeeldt; en waar hij al eens afwijkt van dit princiep, wordt hij direct valsch, aanstellerig, theatraal.
Eigenlijk, 'n beetje theatraal, mooi doenerig, gezocht is Klinkenberg altijd: het zonnetje blikkert en flikkert zoo lief behaaglijk langs de oude geveltjes en stadsgrachtjes, die hij bij voorkeur tot onderwerp van zijn schilderijen