overige paviljoenen, ook onder het Duitsche, een restaurant, zeer duur - of noemt gij zeven franks, zonder den wijn, een matigen prijs voor een gewoon diner? - en desondanks zeer druk bezocht. Of dit laatste moet worden geweten aan de overgroote menigte Dnitschers, die Parijs bezoeken, het tot een ander Berlijn makend, en schijnen te vreezen, dat elders hun nationale keuken niet in eere wordt gehouden; dan wel, of dit restaurant met sommige winkelhuizen het voorrecht deelt, dat de menigte er zijn wil, kunnen wij niet beslissen.
Meermalen vernamen we uit den mond van Duitschers, dat er het eten zoo tamelijk, tamelijk, en de bediening soms beneden alle critiek is, en desniettemin blijft het er immer vol, komen de kelners er handen te kort. ‘Bière de Munich’ is overal te krijgen. Dat kan dus de zeilsteen niet zijn. Wat dan? Die het weet, moge het zeggen.
Doch laten we de gastronomie op haar plaats, ten einde een kijkje te nemen in de verschillende zalen van het paviljoen. Vergissen wij ons, of heeft de keizer, wiens borstbeeld het midden van het voorportaal inneemt, inderdaad de bedoeling gehad, de intellectueele ontwikkeling, de ‘Cultur-Geschichte’ van zijn rijk te geven?
Alles wat betrekking heeft op het boekwezen, verwant is aan de graphische kunsten, vindt ge hier vereenigd. Liefhebbers van fraaie boeken en fraaie platen kunnen hier genieten, volop genieten.
De Berlijnsche ‘Photographie-Gesellschaft’ deponeerde er haar prachtige in folio's, reproducties bevattend van de meesterwerken der grootste kunstenaars met het penseel. Rafaël, Rembrandt, Rubens en Van Dijck, Quinten Metsijs, Velasquez, Titiaan, da Vinci en wie daar verder als schilder de onsterfelijkheid veroverden, zijn hier vereenigd. Ook de modernen hebben er hun plaats.
Werken over geschiedenis, letterkunde, genees- en heelkunde, vertaalde en oorspronkelijke romans, de geïllustreerde ontdekkingsreizen, door Duitschers in deze eeuw volbracht, missalen en breviers, kwantijnen en zakformaatjes staan en liggen hier naast elkaar.
In enkele vertrekken strekken ruime leunstoelen de armen verlangend naar u uit, en kunt ge op uw gemak, u niet storend aan de gaanden en komenden, u te goed doen aan dezen boekenschat.
Alle werken mogen uit de kasten of van de tafels genomen, doorbladerd en gelezen worden, met dien verstande echter, dat men er mee in het vertrek blijft, waar zij geëxposeerd zijn.
Op de eerste verdieping krijgen we een herhaling van hetgeen we beneden zagen en een collectie platen voor geïllustreerde briefkaarten en reclame-platen. Daar is fraaier en beter. Voorkomend als de keizer zich altoos betoond heeft jegens de Franschen, hetzij uit politiek, wat het meest waarschijnlijk is, hetzij uit sympathie voor ‘la grande nation,’ wilde hij nu vooral een nieuw bewijs daarvan geven. Hem danken wij in het Duitsche huis een tentoonstelling van Fransche kunstwerken. Een aardig idee zeker van den man, aan het einde van wiens biographie de vraag gesteld werd: ‘Een krankzinnige of een genie?’
Om toegelaten te worden tot de vertrekken, de officieele salons, welke in hun tapijten, meubels en kostbaarheden aan het paleis van Potsdam, het Stadtschloss, het nieuw Paleis en Sans-Souci doen denken, heeft men een afzonderlijke toegangskaart noodig, die echter gemakkelijk te bekomen is. Ook zonder kaart glipt er menig zieltje door, want de toevloed van nieuwsgierigen is meestal zoo groot, dat de wachter, hoe grimmig hij er ook uitziet, de menigte niet meer in bedwang kan houden, en er van controle geen sprake meer kan zijn.
Wat in deze zalen te zien valt, is Fransche kunst, of aan de Fransche kunst onmiddellijk ontleend. Zoo het al niet geheel door Franschen werd uitgevoerd, zij hadden het toezicht. er over, gelijk Frederik de Groote dit verlangde.
Ter versiering der muren hebben de doeken van Watteau, Lancret en Chardin voor tijd en wijle Duitschland verlaten; de beroemde bibliotheek van den koninklijken vriend van Voltaire, Maupertuis en d'Alembert is hier, op kleine schaal doch zeer getrouw, in alle deelen teruggegeven.
Als vreesde hij, dat Duitschlands glorie de oogen der prikkelbare Franschen zou verblinden; dat de machtige vooruitgang, waarvan zijn onderdanen hier de tastbare bewijzen leveren, den wrok der Franschen zou verwekken, wilde de keizer als sieraden in deze Duitsche kroon enkel Fransche kunstjuweelen. Zal Frankrijk dit pogen waardeeren? Duitschland zal er niet minder een der eerste plaatsen om innemen op deze wereldtentoonstelling.
(Wordt vervolgd.)
Lms.