De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 17

Bij de Platen.

In het woud. -

Een bosch-intérieur is voor den minnaar der natuur altijd aantrekkelijk. De knoestige boomstammen, het groene bladerendak, de met mos bedekte grond, hier en daar door een greppel doorsneden, dit alles oefent een eigenaardige bekoorlijkheid uit. Maar niet minder imponeert de plechtige eenzaamheid van het woud, een eenzaamheid, die door de tegenwoordigheid van een schuchtere ree, als op onze gravure, nog verhoogd wordt.

Een bang oogenblik. -

Jongens durven alles, en als ze hier of daar een appel, die hun verleidelijk tegenbloost, kunnen kapen, dan houden ze het mijn en het dijn niet altijd zoo heel precies uit elkaar.

De gannef op onze gravure schijnt zijn reis naar school te hebben onderbroken door een expeditie in den een of anderen tuin. Na zijn buit bemachtigd te hebben, ziet hij den eigenaar aankomen, zoodat het zaak is, het vijandelijk terrein te verlaten. Maar het is een heele klimpartij tegen den muur, en er is gevaar, dat zeker deel van zijn lichaam met een dikken stok zal kennis maken, - een bang oogenblik, door den schilder in de houding en gelaatsuitdrukking van den jongen goed weergegeven.