Bij de Platen.
De H. Maria Magdalena. -
‘ik zal 'm eens opknappen,’ naar de schilderij van karl hartmann.
Den 22en Juli viert de H. Kerk den feestdag der H. Maria Magdalena, die, nadat Christus bij haar zeven duivelen had uitgedreven, uit dankbaarheid den Heer yolgde, ten einde de lessen op te vangen, die uit Zijn mond vloeiden, en iedere gelegenheid aan te grijpen om Hem te dienen.
Met Maria, de Moeder des Heeren, en Maria van Cleophas stond Maria Magdalena aan den voet des kruises, en den derden dag na Christus' dood verscheen zij, in gezelschap van eenige vrome vrouwen, bij het opgaan der zon aan het graf, dat zij geopend en waaruit zij het Goddelijk Lichaam verdwenen vonden,
Het eerst van allen verscheen Jesus aan Maria Magdalena, die Hem niet herkende en Hem voor den hovenier hield, tot Hij haar naam noemde en de klank zijner stem de oogen haars geestes opende. Op bevel haars Meesters ging zij naar de apostelen, om hun de gelukkige tijding der verrijzenis van Jesus mee te deelen. Sindsdien spreekt het Evangelie niet meer van haar, en wij vinden bijna niets in de authentieke gedenkteekenen der Kerkgeschiedenis, die ons iets zekers omtrent haar meedeelt.
Men leest bij sommige Grieksche schrijvers uit de zevende eeuw en later, dat de H. Maria Magdalena na de Hemelvaart van Christus de H. Maagd en den H. Johannes naar Ephese vergezelde, dat zij daar stierf en begraven werd. Dit is ook het gevoelen van Modestus, patriarch van Jerusalem in het begin der tiende eeuw, van den H. Gregorius van Tours en van den H. Willibaldus, die verhaalt, dat hij te Ephese het graf der H. Maria Magdalena gezien heeft.
Keizer Leo de Wijsgeer liet de reliquieën der Heilige van Ephese naar Constantinopel overbrengen, van waar ze later - vermoedelijk in 1204, toen de Latijnen zich van die stad meester maakten - naar Rome werden vervoerd. Het lichaam der Heilige, behalve het hoofd, berust in de basiliek van St. Jan van Lateranen, in het koor der kanunniken, onder een altaar, door Paus Honorius III aan de H. Maria Magdalena toegewijd.
De fraaie gravure in dit nummer stelt ons de Heilige voor, in stille, diepe smart geleund tegen het kruishout, waaraan Hij hangt, dien zij met geheel haar ziel heeft liefgehad. Aangrijpend is de uitdrukking van dat edele smart-gelaat, aangrijpend ook de troostelooze doodschheid vanden Calvarieberg.