De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 17

Bij de Platen.

Een Tiroler krijgsraad in 1809. -

Een waardig pendant van den vrijheidsoorlog, thans door de Zuid-Afrikaansche Republieken tegen het overmoedige Engeland gevoerd, is de strijd van de heldhaftige Tirolers tegen de Napoleontische dwingelandij.

Evenals de Boeren in Joubert, Cronjé, Botha, De Wet, Olivier en zooveel anderen onverschrokken aanvoerders vonden en vinden, zoo waren Speckbacher, Haspinger, Pet. Meijer en vooral Andreas Hofer de mannen, die in den strijd voor hun vrijheid en hun keizer de Tirolers van de eene overwinning naar de andere voerden en tot tweemaal toe Franschen en Beieren dwongen, hun land te ontruimen.

Onze gravure, voorstellende een Tiroler krijgsraad, doet ons kennis maken met die eenvoudige bergbewoners, door hun liefde voor de vrijheid, hun trouw aan hun vorstenhuis in helden herschapen, - voor alle tijden een toonbeeld van wat heilige geestdrift voor een goede en groote zaak vermag.

Twee joden weten wat een bril kost. -

Dit spreekwoord zien wij ook op onze gravure bewaarheid, waar de kleine, veelbelovende David de lessen van den ouden Salomon ten volle blijkt te begrijpen. De kleine gannef ziet er nog leeper, nog ‘gewiekster’ uit dan de oude heer; en laat deze zijn wijsheid hooren in een omgeving van oude kleeren, geen twijfel, of David zal, wanneer hij op zijn beurt zijn jongen zal onderrichten in de hoogere levenswijsheid, dit niet meer doen in een donker, onaanzienlijk gewelf, maar in een deftig heerenhuis op een der eerste standen. En dan zal David het niet meer hebben over oude kleeren, maar over nieuwe aandeelen....

Kolonel De Villebois Mareuil. -

Een ernstig verlies voor de Boeren legers is het sneuvelen van den Franschen kolonel De Villebois Mareuil, die spoedlg na het uitbreken van den oorlog zijn vaderland verliet, om zijn degen en zijn groote militaire bekwaamheid ter beschikking te stellen van president Kruger.

De Villebois Mareuil was een zoon van Bretagne, dat in alle tijden zooveel dapperen heeft voortgebracht en begon zijn militaire loopbaan in Cochin-China, waar de oorlog van 1870 hem verraste. Toen in het verre land ongunstige tijdingen over den oorlog aankwamen, snelde hij naar Frankrijk terug en onderscheidde zich zoodanig bij de herovering van Blois op de Pruisen, dat hij, 23 jaar oud, op het slagveld tot kapitein werd benoemd en met het Legioen van eer versierd. Snel doorliep hij alle rangen en was de jongste kolonel van het Fransche leger. Na dertig dienstjaren nam hij zijn ontslag, maar in zijn hart was en bleef hij soldaat, een ridderlijk soldaat.

Den 25n October jl. verliet hij Marseille, woonde eerst het beleg van Ladysmith bij, vertrok later naar Kimberley, waar generaal Cronjé zijn raadgevingen niet schijnt te hebben gewaardeerd, ontsnapte aan een gevangenneming door de Engelschen, werd door president Kruger tot generaal benoemd, en sneuvelde bij Boshof in een schermutseling met een vijandelijke overmacht.

De Republieken zullen dezen dappere, die voor de verdediging van het recht met echt Fransche bravoure het leven liet, niet vergeten!