den wijn op te drinken, en er zijn ons zelfs geschriften overgebleven van Grieksche geneesheeren, die den geur der bloemen voor schadelijk verklaarden.
Cleopatra zette Antonius een kroon op van vergiftigde bloemen en toen Antonius volgens gebruik, de blaadjes in den beker wierp, waaruit hij wilde drinken, hield zij hem tegen, verklarende, dat zij eens had willen toonen, hoe gemakkelijk het haar zou vallen hem te dooden. Daarop riep zij een slaaf, beval hem den beker leeg te drinken en terstond viel hij dood neer.
Bij de Saturnusfeesten vooral waren bloemen zeer geliefd en de blaadjes deden dan denzelfden dienst, dien thans de confetti bewijzen.
Behalve bij offers echter en aan feestmalen was het den Romeinen verboden zich in het openbaar met bloemen te vertoonen: een Romeinsch bankier werd in de gevangenis geworpen en moest daar jaren doorbrengen, omdat hij zich aan een venster met een krans van rozen had vertoond.
De duur der bloemen is zeer verschillend. Sommige blijven prachtig van kleur en heerlijk van geur weken lang. Maar andere duren niet langer dan een dag, dan een paar uren of enkele oogenblikken. Er zijn er, die langzaam haar kelk ontplooien en dan dagen lang door blijven bloeien, er zijn er ook, die zich des morgens openen, wanneer de zon haar beschijnt, om 's avonds, als de schemering valt, zich weer te sluiten; er bestaan er ook, als de ook bij ons bekende nachtschoone, die zich overdag gesloten houdt en haar blaadjes pas des avonds ontvouwt.
Ook wat de afmetingen betreft, zijn zij zeer verschillend. Een gewoon madeliefje bestaat uit een groote verzameling kleine bloempjes, met het ongewapend oog nauwelijks te onderscheiden, en de Victoria Regia, de waterlelie der tropische moerassen, heeft kronen van een meter in omtrek en meer. De bloempjes van den trotschen eik zijn bijna niet te zien, en een soort van aristolochia, een teere, kleine plant, draagt bloemen, groot genoeg om tot hoofddeksel voor een mensch te dienen.
Groene bloemen zijn zeer zeldzaam, en als het al een enkele maal gelukte groene bloemen, als bijvoorbeeld rozen te kweeken, dan bleek, dat deze kleur niet standvastig was, dat de stekken of het zaad van groene bloemen toch anders gekleurde voortbrachten. Ook blauwe bloemen zijn er niet zoo heel veel: blauwe rozen te kweeken is een nog steeds onbereikt ideaal van alle bloemisten. Een der schoonste blauwe bloemen is wel de in onze roggevelden groeiende blauwe korenbloem.
De meeste bloemen zijn zeer aangenaam van geur en deze geuren zijn het, die, in alcohol opgelost, onze reukwateren vormen. Maar eigenaardig, juist die bloemen, waarin de meeste kleurschakeeringen voorkomen, zijn gewoonlijk zonder geur en enkele verspreiden zelfs een reuk, die alleronaangenaamst is. Er zijn bloemen, die vleesch eten. Zoodra een insect in de kelk komt vliegen, sluiten zich de blaadjes en het diertje wordt verteerd tot voedsel voor de plant.
Reeds in vroege tijden was Egypte bekend om de kunst van bloemen na te maken. Deze Egyptische bloemen waren zeer gezocht, zooals Plinius ons meedeelt. Men noemde ze: winterbloemen. Ze waren vervaardigd van schilfers hoorn, die met was werden verbonden en in alle tinten gekleurd; soms ook werden er vogelveeren bij gebruikt. Van Egypte werd deze industrie naar Rome overgebracht, waar men van deze stoffen zeer lichte kransen maakte, die bij offerfeesten en maaltijden werden gebruikt in den tijd van 't jaar als andere bloemen ontbraken.
Ook maakte men bloemen van lindeschors, fijn bewerkt en met donkere plaatjes koper, zilver of goud bedekt. Crassus, de rijkste en meest verkwistende Romein, was het, die bij zijn terugkeer uit het Oosten, het Romeinsche volk door de pracht dezer kunstbloemen verbaasde.
Maar meer nog dan in vroegere eeuwen is in den allerlaatsten tijd het vervaardigen van kunstbloemen een industrie geworden. Ja zelfs is men er reeds in geslaagd, sommige echte bloemen zoo te bereiden, dat ze niet verwelken of ten minste maanden lang goed blijven.
De schoone, fijne tinten en de heerlijke geuren echter vindt men alleen bij de bloemen, zooals God ze schiep.