De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 17(1900)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Lente. 't Is zalig te dwalen Door 't groenende veld, Waar weldoende stralen Hun zegen doen dalen, Waar alles verjonging des levens vermeldt; Als bloempjes ontluiken Waar 't zonnelicht gloeit, De bloesems der struiken Niet meer zijn te fnuiken Door 't bolstertje dat hen te lang hield geboeid; In eik en abeelen De vogeltjes weer Uit zilveren kelen Hun wiegelied kweelen, Den Gever van leven en groeikracht ter eer. Der vooglen geschater, 't Gekrekel der wei, Het ruischend geklater Van 't glinsterend water, 't Vormt alles een zangrigen, feestlijken rei! Hoe stroomt jeugdig leven Ons de aderen door!.... Langs velden en dreven Waar 't oog ook moog' zweven, Daar teekent de Lente met bloemen haar spoor. H.G. Vorige Volgende