Bij de Platen.
De H. Blasius. -
Op den 3en Februari viert de H. Kerk de gedachtenis van den H. Blasius, bisschop van Sebaste in Armenië, in het jaar 316 als martelaar voor het geloof gestorven.
Tijdens de Christenvervolging onder keizer Licinius, wiens bevelen de stadhouder Agricola te Sebaste met bloeddorstige woede uitvoerde, verliet Blasius de stad en begaf zich naar den berg Angaeus, waar hem een rotsspleet tot schuilplaats diende. Daar werden de wilde dieren zoo vertrouwelijk met hem, dat zij uit zijn hand kwamen eten. Maar hij werd ontdekt, in de gevangenis geworpen en den volgenden dag voor de rechters gebracht. De heidensche stadhouder trachtte hem in het begin door vleierij en lofspraak tot afval te verleiden. Maar daar de heilige bisschop standvastig in de belijdenis van Christus volhardde, de afgoden duivels noemde en er bijvoegde, dat hun aanbidders het eeuwige vuur niet zouden ontgaan, liet Agricola hem met roeden geeselen en naar de gevangenis terugbrengen.
Toen hij voor de tweede maal in verhoor werd genomen, bedreigde de stadhouder hem met een smartelijken dood, indien hij niet aan de goden offerde. De bisschop antwoordde: ‘Weg met de afgoden, die niet de scheppers van hemel en aarde zijn. De kwellingen, waarmee gij mij bedreigt, zullen mij in het eeuwig leven brengen.’ Op deze moedige verklaring liet de tiran den belijder aan een paal ophangen en het lichaam met ijzeren kammen verscheuren. Blasius verdroeg die pijniging met blijden moed en werd, toen men alle pogingen ijdel zag, naar de gevangenis teruggevoerd.
Na eenigen tijd werd de bisschop voor de derde maal voor den stadhouder geleid, en daar hij ook nu weigerde de afgoden te aanbidden, dreigde de stadhouder hem in de zee te zullen werpen. En zie, toen deze bedreiging werd ten uitvoer gebracht, maakte Blasius een kruisteeken en bleef op het water, of het vaste grond ware, staan. Toen sprak Agricola het vonnis der onthoofding uit over den bisschop en twee zonen eener christen moeder, die reeds onthoofd was. Vergezeld van de twee onschuldige knapen, ging de heilige biddend naar de plaats der terechtstelling en ontving met hen blijde den doodelijken slag.
De H. Blasius wordt nog heden ten dage als patroon tegen gevaarlijke halskwalen aangeroepen, omdat hij den eenigen zoon eener rijke weduwe, wien een vischgraat in de keel was blijven steken, door zijn gebed het leven redde. Dit treffend wonder geeft de fraaie gravure in dit nummer op aangrijpende wijze weer.