Een schouwburg in Japan. -
De Japanner is over 't algemeen een liefhebber van uitgaan en van pretjes, en legt daarbij veel meer ijver en volharding aan den dag, dan bij zijn werk. Zoo blijft hij in den schouwburg op zijn plaats tot het heele stuk uit is, en dat wil wat zeggen, want de voorstelling begint 's morgens al vroeg, om zes of zeven uur, en duurt tot 's avonds.
Het bezoeken van den schouwburg is een feest voor het heele gezin. De rijken huren een loge en laten zich gedurende de voorstelling allerlei ververschingen brengen uit het bij den schouwburg behoorende theehuis. De minder bemiddelden brengen hun proviand voor den dag mee en beschouwen het theater als een soort bivak, waar men zich zoo gemakkelijk mogelijk installeert.
Het schouwburggebouw beantwoordt niet geheel en al aan de voorstelling, die men zich in Europa van dien tempel der kunst maakt. Het is niet veel meer dan een groote schuur met het tooneel aan het eene en den ingang aan het andere einde. In de lengte bevinden zich gewoonlijk aan weerszijden twee rijen loges, maar het meerendeel van het publiek vindt plaats in het parterre, met matten bedekte en genummerde plaatsen op den vloer. Zijn stoel brengt de toeschouwer zelf mee in den vorm van zijn beenen. Naast het tooneel bevindt zich een soort kooi voor het orkest: eenige mannen of vrouwen, die op instrumenten, welke veel gelijkenis hebben met een gitaar, de woorden der spelers met korte akkoorden, op bijzondere plaatsen ook met gezang begeleiden, een muziek, die voor Europeesche ooren niets uitlokkends heeft. Van het tooneel voert rechts en links een houten pad dwars door het parterre. Dit zoogenaamde bloemenpad (op onze gravure is een gedeelte van het rechterpad zichtbaar) dient behalve voor het publiek ook dikwijls als entrée voor optredende spelers; een wandelaar, die uit de verte komt, kan op deze wijze gemakkelijk het allengs naderen aanduiden, plechtige optochten hebben ruimte om zich op te stellen, en, wat hoofdzaak is, het publiek heeft gelegenheid, de kostbare gewaden, de gezichten der spelers enz. van nabij in oogenschouw te nemen.
De tooneelstukken behandelen meest geschiedkundige onderwerpen met moord en doodslag. Bloedige gevechten, afgehouwen hoofden, kruisigen en het opensnijden van den buik zijn daarbij aan de orde van den dag en worden met groote nauwkeurigheid en blijkbare voorliefde ten tooneele gebracht. In Japan zou het publiek bepaald ontevreden zijn, als een terechtstelling niet precies naar alle regelen der kunst geschiedde, als bij voorbeeld een kruisiging, die een half uur in beslag moest nemen, ter wille van zwakke zenuwen een weinig bekort werd.
In een der Japansche stukken komt een tooneel voor, waarin een der spelers door een langdurige marteling tot bekentenis moet worden gebracht. Hij wordt op een plank gebonden, deze schuins gelegd en de man voortdurend met water overgoten, dit alles om toch maar zoo dicht mogelijk bij de werkelijkheid te komen, waarin het water mond en neus van den gefolterde vult en hem zoo doet stikken.
Een voorname rol bij de schouwburgvertooningen spelen de ‘koerombo's’ of negers. Het zijn zwart gemaskerde, dikwijls ook ongemaskerde gestalten, die als vleermuizen over het tooneel fladderen, nu eens iets aan het toilet van een speler verschikken, dan weer hem zijn rol toefluisteren (zooals op onze gravure te zien is) of met kaarslicht aan lange staken de hoogst gebrekkige tooneelverlichting te hulp komen, om het gezicht van den sprekenden of grimassen trekkenden speler of diens kostbaar gewaad hel te verlichten.
Ondanks de aandacht, waarmee men de voorstelling volgt, heerscht toch allesbehalve volstrekte stilte in een Japanschen schouwburg. Als er niet gegeten wordt, houden de vrouwen zich bezig met haar waaiers, de mannen met rooken Vóór het tooneel is het schreien van kinderen en het uitkloppen van pijpen even weinig hinderlijk, als de timmerman achter het tooneel, die ongegeneerd de decors voor het volgende bedrijf in elkaar klopt. Komt dit bedrijf aan de beurt, dan wordt het tooneel, dat meestal als een draaischijf is ingericht, 180 graden gedraaid en klaar is Kees. Het slot van zulk een ‘theaterdag’ is gewoonlijk een goede maaltijd in het theehuis.