De H. Aartsengel Michaël.
Twee dagen zijn door de Kerk aan den H. Aartsengel Michaël toegewijd: de 8e Mei, wanneer de verschijning van den Hemelvorst op den berg Gargan gevierd wordt, en de 29e September, de feestdag van de toewijding der Kerk van den H. Michaël, op welken dag tevens alle heilige Engelen worden herdacht.
Uit tal van plaatsen in de H. Schrift blijkt, dat God bij de uitvoering van de plannen zijner Voorzienigheid met betrekking tot de wereld in het algemeen en de menschen in het bijzonder, dikwijls gebruik maakt van de tusschenkomst der Hemelsche geesten; vandaar hun naam Engelen, die gezanten beteekent en dus niet hun natuur, maar hun bediening uitdrukt.
De H. Vaders onderscheiden negen koren van Engelen, in drie hiërarchieën verdeeld. De eerste omvat de Serafijnen, Cherubijnen en Tronen, de tweede de Heerschappijen, Vorstendommen en Machten, de derde de Krachten, de Aartsengelen en de Engelen. Deze negen koren van Engelen verbeelden en verheerlijken ieder op bijzondere wijze een van de eigenschappen der Godheid. Zoo verbeelden de Cherubijnen de alwetendheid, de Serafijnen de oneindige liefde Gods, enz. De Aartsengelen zendt de Heer om zijn gewichtigste plannen te volvoeren, terwijl Hij zich in minder belangrijke omstandigheden van de Engelen bedient.
Onder de Aartsengelen zijn er drie, die de H. Schrift bijzonder onderscheidt: de H. Michaël, de H. Gabriël en de H. Raphaël. De H. Michaël was de vorst der trouw gebleven Engelen, die zich tegen Lucifer en diens aanhangers in den strijd tegen God verzetten. Zijn naam, die Hebreeuwsch is, beteekent: wie gelijk aan God?
Deze H. Aartsengel is de bijzondere beschermer der Kerk tegen de aanvallen van den duivel. Als zoodanig verdedigde hij de synagoge der Joden, zooals de profeten Daniel en Zacharias ons leeren. Dit wordt ook bevestigd in de oudste boeken der rabbijnen. Dezen denken zelfs, dat het de H. Michaël was, die het Joodsche volk naar het Beloofde Land geleidde, het uit Gods naam de wet bracht en zooveel andere wonderen te zijner gunste verrichtte. De katholieke Kerk van haar kant schrijft, naast God, aan den H. Michaël de tallooze overwinningen toe, die zij op haar verschillende vijanden behaald heeft. Vandaar de devotie, waarmee de geloovigen zijn bijstand inroepen, een devotie, die door de verschijningen van den H. Aartsengel nog is toegenomen.
Een der beroemdste is die in 493 op den berg Gargan, thans Monte de Sant' Angelo, in de provincie Capitanate van het gewezen koninkrijk Napels. Uit dankbaarheid voor deze verschijning bouwde de bisschop van Siponto op den berg Gargan een kerk ter eere van den H. Michaël, die beroemd is geworden door den toevloed van geloovigen. In 1002 deed keizer Otto III daarheen blootsvoets een bedevaart, om boete te doen voor de misdaad, die hij bedreven had door een senator, wien hij plechtig het leven had beloofd, ter dood te laten brengen.
In 708 kreeg Aubert, bisschop van Avranches, een visioen van den H. Michaël en stichtte een kerk ter eere van den Aartsengel op een rots, die zich tusschen Normandië en Bretagne in zee verheft. In de tiende eeuw werd deze kerk in een Benedictijner abdij veranderd, die eeuwenlang beroemd is geweest als bedevaartplaats. Thans nog is Mont St. Michel, een klein stadje in het departement Manche, bekend als de zetel der algemeene Aartsbroederschap van den H. Aartsengel Michaël.
Ook in Cornwallis heeft weleer op een berg, door de zee ingesloten, een vermaarde kerk gestaan, die aan St. Michaël was toegewijd en gesticht door graaf Willem van Moreton onder de regeering van Willem den Veroveraar.
De instelling van den feestdag van 29 September wordt in verband gebracht met de stichting der beroemde kerk op den berg Gargan. Maar niet alleen in Italië, ook in het geheele Westen van Europa werd de feestdag van den H. Michaël sedert de vijfde eeuw luisterrijk gevierd. Zoo kwamen in de geestelijke wetten in het jaar 1014 door koning Ethelred van Engeland uitgevaardigd, de volgende voorschriften voor: ‘Dat iedere Christen, die den voorgeschreven leeftijd bereikt heeft, drie dagen voor den feestdag van St. Michaël op water en brood vaste, niets etende dan ruwe wortelen, en dat iedere man te biechten en blootsvoets naar de kerk ga.... Dat iedere priester drie dagen blootsvoets in processie met zijn volk ga; dat iedereen bereide wat hij voor drie dagen aan levensmiddelen noodig zal heb-