Bij de Platen.
Aan de kade van Venetië. -
Er is een tijd geweest, dat Venetië in aanzien en rijkdom en macht de meeste landen in Europa overtrof. Het was, toen de Republiek, na haar mededingster Genua verslagen te hebben, oppermachtig heerschte op de zee en Kandia, Cyprus, de Ionische eilanden, Morea, Albanië en andere gewesten aan haar gezag onderwierp.
Langzamerhand is haar aanzien gedaald, maar, al is Venetië thans niet meer de hoofdstad van een machtig rijk, doch een provinciestad van Italië, toch heeft het zijn ouden roem van grootschheid en schoonheid niet verloren. Voor als na is Venetië door zijn ligging de beheerscher der Adriatische Zee gebleven.
De stad ligt op 118 eilanden in de lagunen dezer zee, en de verschillende eilanden worden door niet minder dan 378 bruggen met elkaar verbonden. De prachtigste van deze is de Ponte Rialto, van 1588 tot 1591 door Antonio du Ponte gebouwd, een marmeren brug van bijna 28 meter spanning, die over het Canal-Grande voert, het grootste van de 157 kanalen. Dit kanaal, meer dan drie kilometer lang, is van 30 tot 60 meter breed, verdeelt de stad in twee ongelijke deelen, en zijn oevers zijn als het ware in paleizen gevat.
Een kijkje op de blanke marmerpracht van Venetië geeft ons de eerste gravure in dit nummer. Maar niet minder bekoorlijk is op den voorgrond het Venetiaansche bloemenmeisje, dat de geurige kinderen van het zonnige Zuiden te koop biedt. In de triestige herfstdagen, die beginnen te komen, is zulk een aanblik een verkwikking.