Familieportret.
Naar de schilderij van Van Dijck in de Hermitage te St.-Petersburg.
Nu men te Antwerpen den 300en verjaardag van de geboorte des grooten Vlaamschen meesters gedenkt met een tentoonstelling zijner werken, zal de afbeelding van dit prachtig portretstuk den lezers der Illustratie niet onwelkom zijn.
Aan de levensbijzonderheden van Anthony van Dijck behoef ik hier geen bespreking te wijden, daar deze eerst onlangs in een uitvoerig artikel zijn behandeld.
Een eerste blik op deze familiegroep geeft ons al aanstonds de overtuiging een meesterwerk onder de oogen te hebben. Hoe stevig, vast en zeker is de behandeling der figuren, wat nobele eenvoud, wat ongedwongenheid in de pose, in heel het uiterlijk, wat frisch, natuurlijk leven! En bij al dat krachtige, warmlevende: met wat hoofsche zwier, wat gratievolle bevalligheid is dit kunstwerk gedaan: tintelend van vol, sappig kleurenlicht!
Prachtig van uitvoering is de kleedij der figuren: de donkere gewaden van man en vrouw met de rijke versieringen van schitterend lichte kant aan hals en handen; en het kleed van het kind: stralend en fonkelend van kleurenweelde! Echt Vlaamsch is Van Dijck's liefde voor het kleurige, het brillante, voor den rijkdom van zijden prachtgewaden en fluweelen draperieën. De figuren van man en vrouw zijn gekleed in zwarte stof, waartegen het fleurig groen en geel, waarin de kleine is uitgedost, een feestelijk effect maakt. Het fond der schilderij is in toon gehouden: rechts een draperie, verweg links een landschap.
De portretten zijn van Frans Snijders, zijn vrouw en dochtertje. Snijders (geb. 1579 te Antwerpen en daar gestorven 1657) was een verdienstelijk dierenschilder, leerling van Hendrik van Balen en Pieter Breughel II; ook zijn er van hem in verschillende museums vruchtenstukken en stillevens met wild. Van Dijck heeft den nobelcn, ernstigen kop van dezen kunstbroeder meermalen tot model genomen: een dezer portretten wordt te Weenen bewaard.
M.V.