Gezicht op de Warnow in Mecklemburg. -
Hoewel betrekkelijk niet ver uit de buurt, is Mecklemburg voor de meesten terra incognita, tenzij zij in Fritz Reuter's novellen met het Mecklemburgsch dialect hebben kennis gemaakt.
De beide groothertogdommen, Mecklemburg-Schwerin en Meckemburg-Strelitz, maken deel uit van de Germaansche laagvlakte, waardoor van het zuidoosten naar het noordwesten een landrug loopt, ongeveer 250 voet hoog en gemiddeld 15 mijlen breed. Deze landrug vormt tevens de waterscheiding tusschen de rivieren, die naar de Oostzee, en die, welke naar de Elbe vloeien en zoodoende in de Noordzee uitmonden.
Mecklemburg behoort tot de vruchtbaarste landen van Duitschland. Ruim 70 procent der bevolking houdt zich met landbouw en veeteelt bezig. Granen worden veel uitgevoerd, het Mecklemburgsche rundvee heeft een goeden naam, niet minder de paarden, die vooral als remonte-paarden door het buitenland worden opgekocht.
De nijverheid in dit land is uit den aard der zaak onbeduidend, daarentegen is de handel levendig, vooral te Rostock met zijn voorhaven Warnemünde en te Wismar.
Van al de Duitsche landen is Mecklemburg het minst toegankelijk geweest voor de vruchten der Fransche revolutie. Vandaar dat èn in de regeering én in de vertegenwoordiging het middeleeuwsche stelsel vrij zuiver is bewaard gebleven. Ook nu nog maakt de ridderschap er den eersten stand uit, en beslaan de riddergoederen bijna de helft van het geheele grondgebied.
Wat de bevolking betreft, deze is van Slavische afkomst: haar voorvaderen zijn de Obotriten, wier hoofd, Pribislaw, in 1066 het christelijk geloof omhelsde. Zijn zoon Borowin huwde met Mathilde, een dochter van Hendrik den Leeuw, en van dit vorstelijk paar stamt het thans nog bloeiende huis Mecklemburg af, het eenige Slavische vorstenhuis in Duitschland.
De belangrijkste stad van de beide groothertogdommen, wier gezamenlijke oppervlakte ongeveer de helft van die van Nederland beslaat, is het reeds genoemde Rostock aan de Warnow, twee mijlen van haar uitwatering in de Oostzee. In de Mariakerk te Rostock bevindt zich het graf van onzen beroemden landgenoot Hugo de Groot, die daar in 1645 op zijn reis van Stockholm naar Frankrijk overleed.
Onze fraaie gravure in dit nummer geeft een kijkje op de Warnow en de welige weilanden aan haar oevers, die met de prachtexemplaren van koeien welke er grazen, aan sommige streken van ons eigen vaderland herinneren.