Bij de Platen.
Aan de haven van Sorrento. -
Sorrento, de schilderachtig gelegen zeehaven aan de golf van Napels, was al in de oudheid een gelietkoosde badplaats der Romeinsche grooten. Zijn zacht klimaat en zijn mooie omgeving oefenden reeds toen een groote aantrekkingskracht uit, zooals blijkt uit de vele puinhoopen van oud-Romeinsche villa's en paleizen. Tegenwoordig telt Sorrento nauwelijks acht duizend inwoners, maar het is de zetel van een bisschop en maakt met zijn statige landhuizen en hotels en zijn breede hoofdstraat een voornamen indruk. Vroeger was Sorrento een tamelijk aanzienlijke handelsstad; dit is het tegenwoordig niet meer, al is ook thans nog de uitvoer van oranjeappels en citroenen, van olijfolie, mozaïeken en zijde vrij aanzienlijk.
Voor het oog van hem, die de haven van Sorrento binnenvaart, ontrolt zich niet enkel een onbeschrijflijk prachtig panorama, maar, vooral in de lente, komt hem ook de geur te gemoet der bloeiende oranjeboomen, terwijl de blanke huizen half verscholen liggen tusschen tuinen van oranjeboomen en citroenen. Het zilvergrijze loover der olijfboomen, de hooge olmen, de hoogroode bloesem der granaatboomen, de met rijpe vruchten beladen breedgebladerde vijgeboomen en de forsche stekelbladeren der aloë vormen een aangename afwisseling en brengen den beschouwer geheel onder de betoovering van het zonnige Zuiden.
De beide diepe kloven, die van de bergen tot de zee reiken en daar de havenbochten vormen, zijn een bezienswaardigheid van Sorrento. Zij zijn overbrugd en leveren met haar donkere steenmassa's en den plantengroei, die zich daarin genesteld heeft, een schilderachtigen aanblik op. Ook de eigenaardige rotsgrotten aan den hoogen oever tusschen Sorrento en Meta zijn bezienswaardig. Al zijn ze niet zoo groot en niet zoo fel gekleurd als de blauwe grot van Capri, oefenen zij toch, wanneer men ze binnenvaart, een geheimzinnige bekoring uit.
Men kan niet van Sorrento spreken, zonder Torquato Tasso te vermelden. Het geboortehuis van den beroemden zanger van het verlost Jerusalem is, evenals de rots, waarop het stond, in de zee verzonken. Daarentegen wordt in de straat San Nicola het paleis Sersale aangewezen, dat eenmaal het huis van zijn zuster Cornelia moet geweest zijn en waarin de zieke dichter drie jaar vóór zijn dood een toevluchtsoord heeft gevonden. Tasso's standbeeld te Sorrento heeft geen groote artistieke waarde.