De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 16(1899)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Bij de afbeelding der kapel van het Seminarie. Als wij bij 't klimmen van de jaren Weemoedig in 't verleden staren Langs de afgelegde levensbaan, Komt helder voor den geest ons zweven De schoonste morgen van ons leven, Wiens luister nooit zal ondergaan. In 't diepste van de ziel bewogen, Met blijde tranen in onze oogen Begaven wij ons naar 't altaar, Om daar met sidderende leden Voor 't eerst de plaats te gaan bekleeden Van d' eenig waren Offeraar. Ook hij, die, door Gods hand geslagen, Het offer niet meer op kan dragen, Vergeet dien schoonen morgen nooit. Van 't altaar komt de glorie dalen, Die om des priesters hoofd blijft stralen, In droeve tijden nog hem tooit. Waar voelden wij meer blij genieten, Waar milder de genade vlieten, Die nederstroomde van het kruis? Waar zoeter voorsmaak ons gegeven Der vreugde van het eeuwig leven Dan, Warmond, in uw bedehuis? - Wij jublen, nu wij 't oord gedenken, Waar God ons zooveel heil kwam schenken, Ons voor 't altaar heeft opgeleid. Weer voelen wij ons hart ontgloeien En uit onze oogen tranen vloeien Van kinderlijke dankbaarheid. Princenhage, 25 Mei 1899. P.M.J. Lurasco, Pr. Vorige Volgende